Deze Kantonrechter verscheen eerder op 21 november 2016 in BN DeStem
Winston ontkent, maar is slecht voorbereid
Bij een autoschadebedrijf in Breda staat een onverzekerde auto, klaar voor reparatie. De 49-jarige Winston heeft hier de sleutel van en is aanwezig .Hij wordt bekeurd, tot zijn eigen afgrijzen.
“Meneer Winston, u wordt verweten dat u op 25 april 2014 over het Spinveld, de Markkade en de Slingerweg te Breda gereden heeft in een onverzekerde auto”, leest de rechter de zaak voor. Niet helemaal waar, verzet Winston zich. “De auto stond stil. Ik had ‘m die ochtend naar het autoschadebedrijf gebracht voor een herstel. De politie heeft me niet zien rijden, maar wil me gewoon een loer draaien.”
Wat er precies gebeurd is, volgens Winston? De politie loopt plots het terrein van het bedrijf op en vraagt wie de eigenaar van deze auto is. Winston heeft de autosleutel en krijgt daarop direct een bekeuring. “De politie zegt dat ik in die auto gereden. Dat was niet zo, ik was niet de bestuurder. Ik heb niet op dat specifieke moment gereden, dat was de vorige dag. Feit is: de politie heeft mij niet op heterdaad betrapt en dus hebben ze het recht niet me te bekeuren”, windt Winston zich op.
De officier van justitie ziet dat niet Winston de eigenaar van de auto is, maar ene meneer of mevrouw Martina. “Wat heeft dat ermee te maken? Dat heeft hier niets mee te maken en dus reageer ik daar niet op”, reageert Winston als door een wesp gestoken. De officier vervolgt: “Nou, waarom heeft u de auto naar het autoschadebedrijf gebracht?” Winston raakt geïrriteerd. “Dat heb ik niet! Dat heeft iemand gedaan die hier illegaal in Nederland verblijft.” De officier gaat rustig verder. “De politie zegt dat ze de auto hebben zien rijden op de Markkade en de Slingerweg. De politie heeft apparatuur in de auto; zij zijn niet op zoek naar onverzekerde auto’s, maar die apparatuur waarschuwt hen als deze een onverzekerde auto detecteert. Zij checken dat vervolgens. Daar gaat iets tijd overheen, maar de auto bleek dus onverzekerd en daarom zijn ze naar het autoschadebedrijf gegaan.”
Winston houdt vol dat er geen sprake is van een heterdaad, waarop de rechter rustig ingrijpt. “Er hangt u een zware straf boven het hoofd. U ontkent slechts, zet er een warrig verhaal tegenover en benoemt alleen een vaag persoon die hier illegaal verblijft. Ik heb uw naam op mijn papier staan, dus u bent hier verdachte. Wat verdient u per maand?” Dat lijkt de druppel voor Winston. “Bespóttelijke vraag, daar geef ik geen antwoord op.”
De officier van justitie is klaar z’n straf te eisen. “Ook goed. Het proces verbaal is helder en in het begin van de zitting zei u letterlijk wel degelijk gereden te hebben. Dat volstaat voor mij wel. Normaliter vraag ik een boete van €550,- euro, maar ik matig deze iets omdat het strafbare feit al wel oud is. Ik vraag €400,- boete.” De rechter volgt de eis van de officier. “In uw strafblad staan diverse geweldsdelicten, maar niets in het verkeer. Feit is wel dat u niet in een onverzekerde auto mag rijden.”