Onlangs liep ik door het station van Breda en het was er rustig. Stil. Niet verwonderlijk: volgens het AD kent dit station een daling van 55% in het aantal reizigers sinds de coronacrisis. Op zich is die stilte niets nieuws. Ik ben het gewend, toen ik nog Kioskmedewerker was. In de zomers was het altijd ontzettend rustig en kwam het voor dat je twee uur lang nul klanten had. Zo kwam het nu ook over: als een natte zomerdag. Maar ik voelde iets anders. Ik werd er somber van.
Morsdood
Het station is morsdood. De meeste winkels zijn gesloten en de winkels die open zijn, dealen met de coronamaatregelen. Het stoot af, in alles ontbreekt de warmte. Je voelt je niet welkom. Wat overblijft is een kille, donkere ruimte met enkel mensen die gehaast naar trein, bus of uitgang rennen. Megalomaan in opzet en de parel die het in eerste instantie had moeten zijn, lijkt steeds meer een complete mislukking voor de lange termijn.
Nu kan een gebouw altijd tot leven komen. Zelfs het meest donkere, oude gebouw zou met een klein beetje fantasie een sfeervolle ruimte kunnen worden. Best eenvoudig, zelfs. Voeg wat mooie verlichting toe, kleed het hier en daar wat aan en het levert een wereld van verschil op. Maar dat gaat bij station Breda niet gebeuren. De NS wil geen sfeer.
Veiligheid
Al bij de betrekking in het nieuwe station, zette de NS volledig in op ‘veiligheid’. De winkeltjes mochten niets buiten hun zones doen. Geen tafeltjes of stoeltjes aan hun eigen voorzijde, of zelfs geen bordje. Alles omwille van die veiligheid; dit zijn obstakels. Zo bleef het grijs en steriel, precies zoals de architect het beoogd had. Daarnaast maakte de spoorwegen de keuze om extra personeel in te zetten om het gevoel van veiligheid te verhogen. Brede mannen en vrouwen in felgele hesjes en in kogelwerende vesten die patrouilleerden door de ruimte.
Er werd elders bezuinigd: op de vriendelijke servicemedewerkers. De ironie: vriendelijkheid inruilen voor chagrijn, om de veiligheid te verhogen. Kwaad met kwaad bestrijden, noem ik dat. Het station wilde maar nooit écht druk worden en trok juist merkbaar meer en meer rare figuren aan. Ik voelde dat zelf altijd als een soort verantwoordelijkheid. Die rare figuren kwamen ook naar mij toe. Daar leer je mee omgaan, soms haal je door een glimlach of een grapje zelfs het gif uit de angel. Als er wel iets misging, waren de veiligheidsmensen natuurlijk nergens te bekennen.
Naïeve inborst
Ik blijf dat moeilijk vinden, ook op vliegvelden. Een incident is nooit uit te sluiten, veiligheid is onmogelijk 100% te garanderen. Mijn misschien wat naïeve inborst is ervan overtuigd dat sfeer en warmte zoveel doet. Dat een glimlach en vriendelijkheid zoveel sterker zijn. Volgens de NS gaat het juist wél goed. Er zijn meer ruimtes verhuurd dan ooit. Niet aan commerciële partijen, maar aan gesubsidieerde initiatieven. Daar is in principe niks mis mee, maar het verhoogt de levendigheid niet. Het merendeel van hun activiteiten vindt plaats achter gesloten deuren. Handig, dan kan er ook niks misgaan in de openbare ruimte. Winwin voor de NS.
En dan kijk ik naar de ligging van de winkels. En dan kijk ik naar dat volstrekt zinloze fietspad, dat de Belcrum verbindt met het centrum maar waar geen kip gebruik van maakt. Breda, NS: erken je fout en sloop dat fietspad eruit. Kun je zo tien tot vijftien kleine winkeltjes neerzetten, die honderd keer kans maken om te overleven dan de Bruna, Etos, Starbucks en al die andere faliekant mislukte formules elders.
Minimale service, optimaal schoonmaken, optimale veiligheid, maximale prijs
Ik zag tijdens mijn rondje de jongen die er al z’n hele leven werkt. Zoals altijd is hij in de weer met schoonmaakdoekjes. Schoonmaken, schoonmaken, schoonmaken, de gehele dag door, tot hij wordt gestoord door klanten. Dan kijkt hij ietwat geïrriteerd op, biedt de minimale service die van hem verwacht wordt, perst er de aangeleerde beleefdheden uit en gaat weer door met schoonmaken. Precies zoals de NS dat wil. Minimale service, optimaal schoonmaken, optimale veiligheid, maximale prijs. Het jaagt mij persoonlijk echt uit de trein, de auto in.
Dat bezorgt mij een gevoel van somberheid, omdat het station in dat opzicht precies aan de eisen van de NS voldoet. En waar de fraaie binnenstad van Breda ondanks de coronamaatregelen aan de gezellige atmosfeer nauwelijks heeft iets ingeboet, maken de coronamaatregelen het station van Breda definitief morsdood. En dat stemt somber.
Waardeer dit verhaal! (Of steun me door een abonnement te nemen)