‘s Morgens, vlak voordat ik ga douchen, bekijk ik mijn naakte lijf in de spiegel. M’n schouders zijn alweer stevig verbrand, m’n romp heeft weer die mooie, gezonde teint. Hooguit een bepaald gebied vertoont gelijkenissen in spierwit van een typisch Nederlandse winter. Die verbrande huid rekt zich uit tot mijn rug en is irritant en pijnlijk. Mijn rug kan ik niet zien, maar wat ik verder zie stemt me tevreden. Een 40-jarig lijf dat nog gerust met een 3 zou kunnen beginnen. Ik bekijk mezelf van top tot teen en denk aan Marc Overmars (48). Een kennelijke hunkering naar erkenning van zijn fysiek, naar jongere dames lager in de pikorde en buiten zijn huwelijk. Onzekerheid die hooguit bij een jonge twintiger past, op zoek naar bevestiging. Niet bij een voormalig topvoetballer, die nooit verlegen zal zitten om aandacht. De psychologie laat ik aan anderen over. Een gevoel van onaantastbaarheid, sociale onbeholpenheid of pure onzekerheid: een foto van je piemeltje is nooit mooi. Een foto van je piemeltje ongevraagd aan anderen sturen is ronduit lelijk.
Paraderen
We zijn in het toeristische Tulum, Yúcatan. Daar, op het prachtige witte strand met fascinerend blauwe zee of in de sprookjesachtige en met wonderbaarlijk natuurschoon aangeklede cenotes, paraderen tieners, twintigers en dertigers met hun rijkelijk betatoeëerde lichamen. De één nog extremer dan de ander, de één nog lelijker dan de ander, maar altijd in het oog springend. Het is intrigerend om te zien. Niet het gelul over wat het allemaal betekent, maar de air waarmee men rondloopt. Kijk naar mij, kijk naar mij, kijk naar mij. Mooi he?
De oude Azteken
Eerder deze week zagen we op Zócalo, een enorm plein in Mexico Stad, klassiek geklede Azteken een indianendans doen. Voor de toeristen, natuurlijk, maar mijn moeder keek haar ogen uit. Ze geniet met volle teugen van het fascinerende schouwspel, mijn vader probeert het tafereel van alle kanten te fotograferen. Ze zijn overduidelijk in een andere, voor hen compleet nieuwe wereld. Het is heerlijk om door hun ogen te kijken, de Azteken geven alles. De cynicus in mij blijft roepen dat het hartstikke nep is, dat het een toneelspel is. Met die ogen is het alsnog best aardig om naar te kijken.
Marc Overmars, de tatoeages en de Azteken laten me niet los. De doorgaans ongelooflijk saaie Overmars stuurde ongevraagd afbeeldingen van zijn jongeheer naar dames binnen en buiten de organisatie, op zoek naar een vreemd soort bevestiging. De getatoeëerde medemens paradeert in ontbloot bovenlijf om de aandacht op hen te vestigen; eindelijk kunnen ze dankzij het warme zonnetje hun grote trots ongeneerd tonen aan de buitenwereld en oh, wat vinden we het allemaal prachtig, kunstig en mooi.
De klassiek geklede Azteken dansen op het drukste plein van Mexico Stad om fooi te krijgen van de toeristen, die zich vergapen om deze voor hen onbekende cultuur. Dat er nauwelijks autenticiteit inzit, doet niet ter zake. Dat diezelfde Azteek niet veel later stiekem aan het Tinderen is op zijn nieuwe iPhone: ach. Van de drie zijn zij waarschijnlijk de enigen die zullen erkennen waarvoor ze het doen: deels om bewustwording van hun cultuur, maar toch vooral om pesos binnen te harken. Niet persé voor zichzelf.
Waardeer dit verhaal! (Of steun me door een abonnement te nemen)