ETTEN-LEUR – Er wordt woensdag in alle vroegte al volop gezaagd, gesnoeid en met takken van knotwilgen gesleept aan de Achter de Vaart. Sinds zo’n acht jaar heeft natuurwerkgroep MEC van de gemeente de verantwoording gekregen over zo’n 350 bomen, die zij tijdens de wintermaanden onderhouden. ,,Minstens iedere drie jaar komt iedere boom aan de beurt. Dit jaar heeft de gemeente 160 bomen aangewezen”, legt Hans Wierema, secretaris van het MEC uit.
Met tien man sterk zijn ze deze ochtend. Veelal pensionado’s die het fijn vinden om met de natuur in de weer te zijn. ,,We hebben in totaal zo’n 25 vrijwilligers, waarmee we woensdag- en zaterdagmorgen op pad gaan. Zij geven zich gewoon per ochtend op”, vervolgt Wierema. Dat totale pad is een flinke: van de Hoevensweg tot aan de kruising van de Bollendonksestraat en Emmerweg; toch ruim vier kilometer. ,,We willen gewoon een bijdrage leveren aan het landschap. De knotwilg hoort hier thuis. Dat vindt de gemeente ook, maar deze boom is erg duur in onderhoud. Het vergt nogal wat nauwkeurigheid en aandacht. De gemeente levert de spullen en brandstof.”
De groep begint dit jaar later dan anders, doordat de winter later dan gebruikelijk haar intrede deed. Tot 15 maart, wettelijk bepaald door de flora- en faunawet, gaan ze aan de slag met de bomen. ,,Wij zullen deze ochtend zo’n achttien bomen gedaan hebben. Iedereen doet wat hij wil, wat hij kan en wat de gezondheid toelaat. Het is gezellig en werkt haast therapeutisch”, grijnst Wierema. Tijdens hun ronde doen ze daarbij gerust wat extra’s. Een boer die even wat hulp kan gebruiken bij snoeiwerkzaamheden: het team draait er de hand niet voor om en zet dat stapje extra zonder problemen. ,,Alleen bij regen blijven we binnen, omdat dat gewoon vervelend is. Maar in geval van sneeuw of vriezen gaan we wel aan de slag. Sterker: een bevroren Laaksche Vaart is best voordelig. Er zijn nogal wat bomen die echt aan de waterkant staan. Anders staan we met onze laarzen in het water te snoeien.”