’S GRAVENMOER – ,,Als je samen mag spelen met zó’n goede band, vind ik dat je jezelf ook echt uit moet dagen”, legt Sem Rozendaal (16) uit ‘s Gravenmoer uit. Met vertolkingen van Laat Me van Ramses Shaffy en Somebody to Love van Queen wist hij zich zondag in Theater De Bussel tot De Strot van Oosterhout te kronen. En daarmee een gegarandeerde plek op het Parkfeest, dit jaar.
Eenmaal thuis van school, blijft Rozendaal het liefste in de keuken hangen van het ouderlijk huis. Dan tokkelt het jonge talent wat met zijn gitaar. Experimenteert, ontdekt en zingt hij. Deels door opvoeding, maar vooral uit eigen interesse zoekt hij pareltjes in de oude doos om na te spelen. Nummers van Wim Sonneveld, The Rolling Stones, Jimi Hendrix, The Doors. De laatste tijd Prince, George Michael. ,,Ik luister veel, maar niet echt naar de huidige Top40. Ik vind die oudere muziek gewoon interessanter.”
De vierdeklasser VWO van het Frencken College is geheel in het zwart gekleed, zonder dat het duister wordt. Hij praat zelfverzekerd. Charmant en vrolijk. ,,Natuurlijk zou ik later wat met muziek willen doen, maar dat is een te risicovol bestaan. Ik heb naast muziek nog veel meer interesses. Dat ik een studie ga doen staat wel vast; rechten misschien, of de hotelschool. Ik heb nog twee jaar om erover na te denken. Muziek zal ik er altijd bij blijven doen, maar ik ga daar niet alles op in zetten.”
Achter hem staat de enorme beker die hij won met De Strot. Pontificaal in het midden van de keuken. Vorig jaar wist hij ook al de finale te halen, maar was de vakantie al geboekt. In de voorronde dit jaar kreeg hij wat kritische vragen: Rozendaal begeleidt zichzelf graag op de gitaar, maar de jury vroeg zich af of hij daarmee niet juist een muur opwerpt? Hij ging ermee aan de slag. De Talentband begeleidde hem, hij ziet zijn gitaar thuis. Hij wil juist communiceren met het publiek. De interactie zoeken. ,,Met ‘Laat Me’ vertel je een verhaal. Dat is niet het grote gebaar, maar je moet wel méér doen dan zingen. Ik probeer dat met kracht over te brengen, dat is een dunne lijn.” En Somebody to Love: ,,Dat is een technisch lastig nummer, maar ik wil mezelf tot het uiterste drijven. Ik stond hier dagelijks met een karaokeversie te oefenen. Ook tijdens zangles hebben we gekeken hoe ik dit aan kon pakken. Het werd al snel beter. Constanter.”
Rozendaal is de achterkleinzoon van wijlen volkszanger Jantje Koopmans. Rozendaal herinnert zich dat hij op Koopmans’ schoot zat en dat zijn overgrootvader accordeon speelde en zong. ,,Het was een sympathieke man, maar echt gedetailleerd weet ik het niet meer”, legt hij uit. ,,Mijn moeder zingt graag, mijn opa ook. Muziek zit wel een beetje in de familie. En het is leuk dat de muziekerfenis van mijn overgrootvader op YouTube staat.”
Met zijn bandje The Flames treedt hij soms op en ook solo wordt hij gevraagd. Hij staat zo’n tweemaal per maand op de bühne. ,,Zo kan ik veel oefenen op dat performen, want dat vind ik belangrijk. Je moet kunnen communiceren met je publiek, vind ik.” En eigen liedjes maken? ,,Ik probeer het soms wel op de gitaar, maar ik schrijf nog niks op. Soms ontstaat er wel iets moois tijdens het improviseren, maar heel serieus ben ik daar nog niet mee bezig.”