Rauwe tijden, hilarische momenten
BREDA – Haar opa Theo speelde met diens broer Jacques in het NAC-kampioenselftal van 1921. Marga Piederiet (54) heeft ze nooit gekend, maar erfde wel al op jonge leeftijd liefde voor de club. Toch mede door hun toedoen, door de verhalen van haar vader. ,,Ontzettend jammer dat ik nooit met ze heb kunnen praten.”
Het is niet zo dat Marga’s vader haar echt met NAC aangestoken heeft. Ja, hij nam haar mee naar de oude Beatrixstraat. Haar broertje toonde immers geen interesse en zij juist des te meer. ,,Ik ben ook zelf achter de naam Piederiet aangegaan; mijn vader sprak er nooit zoveel over.”
Als meisje van 16 jaar gaat ze al naar uitwedstrijden, zonder haar vader. Het waren de jaren ’70 en ’80, waarin supportersgeweld de kop opstak. ,,In die eerste jaren zaten de supporters nog door elkaar. Als iemand dan juichte ontstond er gelijk spanning.” NAC gaat regelmatig met twee á drie bussen naar uitwedstrijden. Regelmatig sneuvelen er ruiten door toedoen van een stenenregen. ,,Dat was altijd weer indrukwekkend en spannend. Er werd in die tijd ook veel geknokt. Als meisje werd ik niet gefouilleerd, dus al gauw werd mij gevraagd om bijvoorbeeld messen in mijn laarzen naar binnen te smokkelen.” Niet om deze te gebruiken, de messen dienden puur ter eventuele verdediging.
De weinige vrouwen die meegingen werden beschermd door de mannen. ,,Het waren ook geen kwaaie gasten, het was ook niet alleen knokken. Het waren rauwe tijden, maar met hilarische momenten. Bij Haarlem uit trakteerden we hun keeper op friet, die gewoon rustig met ons meeat.” Het was die algehele sfeer die haar altijd aangetrokken heeft. ,,Thuis stonden we op de Spionkop, ik genoot er altijd weer van.”
Ze spijbelt van school om trainingen van NAC te kunnen zien en kijkt met plezier naar bepaalde spelers. Bijvoorbeeld de Hagenaar Kees Storm. ,,Dat was een Playboyachtig figuur, met van die foute geföhne haren.” kortom: Marga is bloedfanatiek in die jaren. ,,Onlangs vond ik een schriftje terug uit die tijd. Daarin becommentarieerde ik de spelers, heel kritisch. Nu ben ik wat milder geworden, geloof ik.” Maar de liefde gaat nog wel diep: ,,Ik schrok van mezelf dat ik huilde bij de degradatie, twee jaar geleden. Bij de promotie zweefde ik vier dagen op een wolk, ik realiseerde me niet dat NAC nog zoveel emoties bij me oproept.”
Marga Piederiet wordt regelmatig aangesproken om haar naam. Dan wel over de NAC-connectie, dan wel in relatie met de gelijknamige juwelier. Thans staat ze op de B-Side, met haar vriend en haar zoon; de liefde wordt doorgegeven. ,,Na afloop van een gewonnen wedstrijd bel ik mijn vader altijd om over de wedstrijd te praten. Bij verlies belt hij me een dag later. Naar het stadion wil hij niet meer, maar hij kijkt alles.”