Schoonmaak
Een man en een vrouw van ergens in de 50 komen bij me en bestellen koffie. Zij een cappuccino, hij een koffie. Terwijl hij suiker en melk in z’n koffie doet, stoot hij z’n koffie per ongeluk om. De volledige inhoud belandt op de ‘vensterbank’ en tegen de ramen van de winkel en uiteraard sijpelt een deel ook op de grond.
“Argh! Verdomme… Mag ik alstublieft nog een koffie van u en doe ook maar een schoonmaakdoekje“, vraagt de man licht geërgerd. Hij wil me opnieuw betalen, maar dat geld sla ik uiteraard beleefd af.
In eerste instantie weiger ik ook het doekje te geven, maar hij staat erop. Fanatiek begint ie schoon te maken. Met beleid veegt hij de geknoeide koffie in z’n lege bekertje, wringt het doekje ook uit boven het kopje en gaat weer verder, tot de koffie weg is. Hierna begint ie te boenen. Voorzichtig veegt ie ook over de ramen en het lukt ‘m om met het toch vieze doekje de ramen zonder vlekken schoon te krijgen. Optisch, dan. “Straks moet je het zelf denk ik nog even met een sopje echt goed doen, maar nu lijkt het in ieder geval schoon“, lacht ie. Tevreden kijkt hij naar de schone vensterbank, terwijl ie voorzichtig suiker en melk in z’n nieuwe koffie gooit.
Z’n vrouw kijkt de hele tijd zichtbaar geamuseerd toe. Af en toe kijkt ze me aan en schudt ze gespeeld verbaasd ‘r hoofd. “Al twintig jaar getrouwd met ‘m en pas vandaag kom ik er achter dat ie dit gewoon ook kan“, lacht ze, “‘t is toch ongelofelijk!“