,,Doemijnenalve liter bier”, roept de overduidelijke dronkaard van een afstandje. Hij gooit drie euromunten op de balie en ik overhandig hem het biertje en zijn 30 cent wisselgeld. ,,… Zeg!”, roept hij uit. ,,Hoeduurisdabier, ik gavvier euro!”
Ik heb mezelf allang aangeleerd het geld dat ik ontvang nog niet weg te stoppen en laat hem de muntjes zien. ,,Ja, dat zég je. Maar gavver vier!” Het is de man menens; hij wordt bozer en bozer en begint een vrij onsympathieke scheldkanonnade. Hij doet vervolgens een stap naar voren en maakt plots een trage vuistslag naar binnen. Een soort slowmotion, ik doe toch maar even een stapje opzij; hij mist me ruimschoots.
,,Gomnaar buiten, vechten we het uit”, lacht hij duivels. Mompelend scheldend loopt hij hierna weg, naar de bankjes, waar hij stampij blijft maken en andere reizigers lastig valt.
Tijd voor de beveiliging, natuurlijk. Niet veel later rennen ze het perron op en spreken de man aan. Hij moet naar Nijmegen en de beveiligers besluiten hem naar de trein te begeleiden, Breda uit. En de rust keerde weder.
’s Avonds is het beduidend rustiger. Het perron is leeg, het is eigenlijk een kwestie van wachten tot het acht uur is om de toko te sluiten. Een paar minuten voor sluitingstijd verschijnt er een man op het perron. De dronkaard van vanmiddag.
Dreigend komt hij op me af. Nog altijd dronken, maar wel met een overtuigende tred. Ik vrees een probleem en leg de telefoon snel klaar met het nummer van de beveiliging paraat.
,,Euj…”, begint hij. ,,Vanmiddag hadden jij en ik een probleem hè.” Hij kijkt me recht aan en mijn vrees voor escalatie neemt alleen maar toe. ,,Maar ik zat in de trein en vond in mijn broekzak aznog die euro”, vervolgt hij. ,,Wazmooi, maar toen ik in Nijmegen aankwam kreeg ik zpijt, duz ik besloot even trug te komen om mijn excuses aan te bieden. Duzze sorry.”
Heerlijk om zulke verhalen te maken en wat zou het helemaal heerlijk zijn als ik ze vaker kan maken. Dus misschien vind je het wel een donatie of fooi waard? Fantastisch! Dat kan heel eenvoudig hier: