Twee vrouwen en een man van in de 40 komen druk met elkaar in gesprek naar me toe. “Drie cappuccino”, roept de man. “Waar is de suiker?”, roept een van de vrouwen ietwat nors en gehaast.
(Korte winkelomschrijving. Links zie je de kassa. Daar sta ik. Rechts daarvan is een soort balie. Hier staat een rekje met kranten, ligt een stapeltje servetten en ook een bakje met de theesmaken. Achter de thee ligt een stapeltje met deksels voor de theebekers. De theebekers zijn beduidend groter dan de koffiebekers. Uiteraard zijn de deksels van de thee dan ook een stuk groter. De suiker en melk ligt rechts, buiten de winkel, in een soort karretje. Daar liggen ook de koffiedeksels.)
Ik wijs hen het karretje en tap ondertussen de drie cappuccino. Er vormt zich inmiddels een flinke rij voor me en ik zet de cappuccino voor hen op die balie rechts. Dat is makkelijk: daar is alle ruimte en de rij wordt op die manier niet gehinderd. De dames pakken hun cappuccino en praten verder. De man laat z’n beker staan en bekijkt de theesmaken. Hij leest het etiket van de groene thee en kijkt niet-begrijpend. Ik richt m’n aandacht op de volgende klanten, maar met een half oog houd ik de man wel in de gaten. Wellicht wil hij nog wat vragen. Hij plaatst een theedeksel op z’n koffiebeker en probeert met kracht het deksel op de beker te klikken. Al snel merkt hij dat het deksel echt niet past. Hij zucht. De man legt het deksel weg en pakt een tweede deksel van dezelfde stapel. Dat is dan ook een zelfde deksel en het ritueel herhaalt zich dan ook. De man zucht wat dieper en schudt geërgerd z’n hoofd. Ik wil ‘m helpen, maar de volgende klant vraagt m’n aandacht alweer. Inmiddels liggen er acht theedeksels verspreid over m’n balie en ook theedeksel nummer negen wil niet passen. De man kijkt om zich heen, op zoek naar hulp. Ik heb even geen klanten meer: ik wijs ‘m op de koffiedeksels, iets verderop bij de suiker en melk. Hij kijkt me even gegeneerd aan. Zonder wat te zeggen loopt hij die richting op. “Drink je cappuccino lekker op Henk. Hij koelt al een beetje af hoor!”, waarschuwen de dames ‘m. Hij slaakt een diepe zucht, maakt een geërgerd wegwerpgebaar naar de koffiedeksels op het karretje en zet z’n cappuccino aan z’n lippen.