De vluchteling

“Mijn excuses. Ik heb een beetje een tekort aan briefjes van vijf op het moment, dus ik vrees dat ik u uw €8,80 in alleen muntgeld ga teruggeven”, kondig ik aan. “Och”, reageert de vrouw nauwelijks geïnteresseerd. “Geld is geld, toch?”

Ik geef haar de muntjes. “Is ook zo, maar om u zo maar onaangekondigd een zooi muntgeld te overhandigen vond ik ook weer zo iets. Ik bedoel, stel, we zouden ruzie om zoiets krijgen!”, plaag ik ‘r een beetje. “Ruzie? Met mij? Ha! Neuh, dat geloof ik niet. Met mij krijg je echt niet zomaar ruzie”, glimlacht ze. De vrouw –achterin de 40, ze draagt een lange bruine jas- kijkt om zich heen en opent haar flesje Fanta.

“Nee, dat krijg je niet zomaar. Als dit reden zou zijn voor een ruzie zou ik elke dag ruzie hebben, vrees ik. Ik woon al lange tijd in een Zeeuws dorpje. Dat komt zo: twintig jaar geleden kwam ik een man tegen. We werden verliefd, trouwden en verhuisden naar zijn woonplaats. Ik belandde als een stadse, Utrechtse vrouw in een klein Zeeuws dorpje. Nou wil ik niet badinerend doen over Zeeuwen of arrogant doen over de randstedeling, maar het is wél een enorm groot verschil.”

De vrouw glimlacht even, maar niet van harte. “Onlangs zijn we gescheiden. Ik kon en kan er niet aarden, wat natuurlijk invloed had thuis. Echt, elke dag dat ik de deur uitstapte voelde ik me bekeken en had ik het gevoel dat ik alles fout deed in de ogen van mijn dorpsgenoten. Ik moest me aanpassen aan een levensstijl die zó ver van me af stond. Het aparte is dat mensen dat aan lijken te voelen. Hoezeer ik ook m’n best deed om me aan te passen, men keek alsnog naar me alsof ik anders was. Dat kostte me uiteindelijk m’n huwelijk.”

Ze wacht op het perron, de eerstvolgende trein is naar Den Bosch. “En dan overstappen naar Utrecht. Als ik een dagje vrij ben moet ik soms even ontsnappen. Naar ‘huis’. Even de mensen, de stad en, nou ja, ademen. Er zijn nog teveel zaken in Zeeland die spelen waardoor ik niet zomaar kan verhuizen, maar dat is toch wel de bedoeling binnen nu en zoveel jaar. Ah, daar is m’n trein. Over een uur en acht minuten ben ik in Utrecht.” Ze zwaait alvast opgewonden naar me. “Dit wordt een mooie middag.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Translate »