De Ettensebaan in Zundert wordt veel gebruikt door landbouwvoertuigen. Regelmatig rijdt Martijn hier met z’n tractor met aanhangwagen. “Hier ga ik linksaf, dit zandpad op. En hier ligt een verkeersdrempel, voor mij de plek om mijn richtingaanwijzer aan te zetten”, vertelt Martijn, die een Google Maps-foto bij zich heeft van de verkeerssituatie ter plekke. Ditmaal gaat dat mis. Op het moment dat hij naar links manoeuvreert, botst Paula hard op de tractor. “Hij ging ineens naar links, zonder dat z’n richtingsaanwijzer aanstond”, verdedigt Paula zich.
“Toen de politie arriveerde, stond de richtingsaanwijzer wel aan”, vertelt de rechter. “Dat lijkt me de essentie van deze zaak. Maar het is natuurlijk niet zeker dat het knipperlicht ook aanstond toen het ongeluk gebeurde.” Paula en haar dochtertje moesten naar het ziekenhuis; het ongeluk had ook daarna een flinke impact op het hele gezin. “De tractor ging eerst naar rechts, alsof hij me de ruimte wilde geven om in te halen. Ineens ging hij weer naar links, ik zag dat zandpad ook niet”, haalt Paula de situatie voor de geest. “Tja, om die bocht te kunnen maken, moet ik eerst een stukje naar rechts, anders is die bocht onmogelijk met een aanhanger. Het zandpad ligt inderdaad wat verscholen”, reageert Martijn.
Het ongeluk is helder, maar wie heeft schuld aan dit ongeluk? Martijn heeft veel schade gehad aan z’n aanhangwagen, Paula’s auto was total-loss. Bovendien is haar dochtertje maandenlang van slag geweest. De Officier van Justitie vindt dat beide schuld hebben, maar: “Het is echt een ongeluk. Deze had voorkomen kunnen worden door nóg beter uit te kijken. Dat is een strafbaar feit en ik eis dan ook een geldboete van ieder €450,-.”
De advocaten van zowel Martijn als Paula protesteren. Hoe goed moet je opletten? Is hier niet gewoon sprake van een ongeluk zonder schuldige? Martijns advocaat wijst op de snelheid van Paula, die wellicht boven de 60 lag en bovendien had Martijn toch echt z’n knipperlicht aan. Paula’s advocaat vindt beide argumenten niet bewezen en wijst op het feit dat Paula met ‘r dochtertje rijdt. “En welke moeder zou nou roekeloos rijden met haar kostbaarste schat, haar dochtertje?”
“Een moeilijke zaak”, begint de rechter, “Ja, u had beiden nóg beter op moeten letten, maar echt roekeloos bent u beiden niet geweest. De kern van de zaak is het knipperlicht, maar dat is niet te bewijzen. U bent beiden genoeg gestraft door dit ongeluk, hier is geen schuldige, dus ik spreek u beiden vrij.” Van grote opluchting is bij het verlaten van de rechtszaal geen sprake, de sfeer is bedrukt. Geen winnaar, alleen maar verliezers in deze zaak.