Als mijn vader me rond 6:30 voor de zekerheid roept, ben ik al wakker. Klaarwakker. Mijn gedachtes draaien op volle toeren. Het was me gisterenavond niet gelukt online in te checken voor mijn vlucht. Onzekerheid maakte zich direct van me meester: de partij waar ik het ticket had gekocht, had me de laatste week meerdere keren gemaild dat het ‘de laatste kans’ was om mijn reservering te voltooien. Als ik dan naar het systeem ging, stond er toch echt dat het bevestigd was. Maar waarom hoefde ik nergens mijn paspoortnummer in te vullen? En inchecken lukte nu dus niet. Was deze partij eigenlijk wel betrouwbaar, vroeg ik mij ’s nachts af?
Mijn reis naar Mexico stond op punt van beginnen, maar al gelijk vol met onzekerheden.
Parkeergarage
Mijn vader had koffie gezet, mijn moeder was ook al op. Ze zouden me samen naar het station van Breda brengen. Ik smeerde mijn boterham en had na twee sneetjes wel genoeg. Zullen de zenuwen zijn. ,,Waarom heb je dan nieuw brood gekocht?”, wilden ze weten. De dag ervoor had ik speltbrood gekocht. Vind ik lekkerder. ,,Had je net zo goed voor één keer ons brood kunnen eten. Nou ja, dat eten wij dan wel op”, verzuchtten ze quasi-geïrriteerd.
Mijn moeder blikte nog eens terug op het incident van gisteren. We waren uit eten gegaan bij een Japans restaurant en omdat het regende hadden we de auto gepakt. We zagen echter over het hoofd dat deze parkeergarage om half zeven haar deuren al sloot, waardoor we rond een uurtje of tien voor een gesloten poort stonden. Mijn moeder was direct in flinke paniek. We moesten hier slapen, tot de volgende ochtend. We zouden omkomen van de dorst en van de honger. En hoe moest dat nou met Steven, de volgende ochtend? Mijn vader bleef iets rustiger, die dacht al aan een taxi. Ik belde gewoon het alarmnummer, dat aangegeven stond. Die stond daar vast niet voor niets.
Want wat als…?
,,Ja, en nu?”, vroeg de mevrouw aan de andere kant van de lijn. ,,Nu verwacht je dat ik jou weer ga helpen, of wat?” Haar toon hield het midden tussen ronduit onbeschoft en een heerlijk zwart gevoel voor humor. Ik ging van dat laatste uit. ,,Ja jongen, dat wordt vannacht daar slapen. Of denk je dat ik een engeltje ben met een magisch stokje dat jou uit deze situatie redt?”, gooide ze er nog een schepje bovenop. Ik speelde het spelletje geduldig mee; lang verhaal kort, ze opende de poort. Mijn moeder bleef de rest van de avond én deze ochtend terugdenken aan dit moment. Want wat als…?
Ruim op tijd rijden we naar het station en nemen afscheid. We knuffelen. Niet te emotioneel, geen tranen, maar stevig. Fijn. Wat zijn dit toch fantastische ouders. Ik voel toch een brok. Ik zwaai nog een keertje, loop naar het perron en haal een koffie bij mijn oude werkgever. De reis gaat beginnen en pas over een uurtje of 18 zou het voltooid zijn.
Stand-by
Eenmaal op Schiphol, wil ik alle twijfel achter me laten. Ik haast me naar de departures en een vriendelijke KLM-medewerkster kijkt verbaasd als ik haar mijn paspoort geef. ,,U staat op ‘stand-by’, wat betekent dat u alleen mee kan als er stoelen vrij zijn”, legt ze uit. ,,Voor Madrid geen probleem, daar is echt plek zat. Voor Mexico is er waarschijnlijk ook nog wel plek, maar ik kan het je niet garanderen. Dat zul je daar moeten uitzoeken.” Ik krijg een ticket met mijn stoelnummer. Ik maak de Spaanse QR-code om dat land binnen te mogen komen, dat vervolgens helemaal nergens gevraagd wordt. Net zoals mijn Nederlandse coronastatus geen moment bekeken wordt.
De paniek blijft, want nu draait het echt om Madrid – Mexico. Dat is de grote oversteek. Ik haast me naar de gate voor Madrid en luister naar het ochtend-voicebericht van Tania. Ik stuur een berichtje terug, met mijn lichte paniek. Dan stap ik in het vliegtuig en onderga een prima vlucht. Een groepje Nederlandse dames kwebbelt er lustig op los; ze gaan samen naar Tenerife. Goeie groep. Ik denk aan mijn vrienden. Dit zijn dertigers en veertigers, net als wij. Lijkt me toch ook wel eens leuk.
Parfum
Eenmaal in Madrid, blijkt mij overstap een stukje lopen te zijn. 28 minuten lopen, staat er. Ik heb anderhalf uur de tijd én een stressvolle onderhandeling -zou het een onderhandeling worden?- voor de boeg. En ik heb honger en ik wil Tania bellen, want die is bijna wakker. En ik wil een parfum kopen. Dat had ze me gevraagd. Ze was alleen vergeten te vertellen welk parfum ik exact moest kopen. Ik app haar met die vraag.
Na dat half uur lopen, zie ik al snel de balie van AeroMexico, de luchtvaartmaatschappij die mij hopelijk naar haar toe brengt. ,,Eh, ja, je staat gewoon op de lijst hoor”, zegt de medewerkster vriendelijk. Ze geeft me het ticket, er is kennelijk werkelijk geen enkel probleem of drempel. Ik voel weer een brok en laat haar dat weten. Opluchting maakt zich van me meester. Zij grijnst. Na wat overpriced eten, bel ik Tania. We hebben een vrolijk gesprek: over een uurtje of twaalf zullen we zoenen. We zijn eindelijk beiden opgetogen.
Driezits
Eenmaal in het vliegtuig, blijk ik een complete driezits in mijn eentje te hebben. Dat voelt gunstig. Als ik wil slapen, heb ik werkelijk alle ruimte. Ik plug mijn bijna lege telefoon in en hij begint te laden. Ik zet het nieuwe album van Billie Eilish op. Weer die brok, alles komt goed. Weldra zie ik haar weer. Ik grijns ook even. Het goedkoopst denkbare ticket binnengesleept en dan deze luxe is best ideaal.
Bibliotheek
Ik denk terug aan Nederland, aan mijn vrienden, mijn ouders, mijn zus. Aan de bibliotheek. God, wat was dat ook ontroerend, de bibliotheek. Woensdagmiddag had ik daar een afspraak. Ik heb een boek geschreven voor zorginstelling Mijzo en opdrachtgever Lenie kwam het me persoonlijk brengen. Een eigen boek, in opdracht: ik ben er razendtrots op. Plots komt de mevrouw van de bibliotheekhoreca eraan, met twee stukken appeltaart. ,,Ik hoorde dat je morgen vertrekt en dat dit je laatste keer hier is. Daarom wil ik je namens ons een stuk taart aanbieden”, zei ze. Beiden staan we perplex; ik haal er inderdaad vaak een kopje koffie, maar ik zal niet de enige zijn. Ik geloof dat ik ook gelijk een goede beurt maak bij de opdrachtgever, wat toch ook niet heel vervelend is.
Dankbaar neem ik de taart aan. En nu ik eraan terug denk, heb ik weer een brok in m’n keel.
Het zijn louter positieve emoties. De afgelopen ruime twee maanden waren prachtig, maar ik keek wel uit naar dit moment. Alleen op mijn driezits, in het vliegtuig naar Mexico. Over een paar uur arriveer ik. Sluit ik haar in de armen. Kus ik haar. Grote kans dat ik dan weer een brok in m’n keel krijg, nog grotere kans dat de tranen dan ongegeneerd zullen vloeien. Van absolute blijdschap, verliefdheid en een krankzinnige zin in wat komen gaat. Dat ik de parfum niet heb kunnen vinden, zal ze me vast vergeven.
Waardeer dit verhaal! (Of steun me door een abonnement te nemen)