Een vrouw van in de 60 met een Duits accent komt bij me en vraagt of ik aanstekers verkoop en wat de prijs ervan is. Die zijn €1,25 per stuk.
“Pfft. Wat duur zeg, bij de Action zijn ze een kwartje“, antwoordt ze.
“Tja, dit is een stationswinkeltje, die zijn per definitie wat prijziger vrees ik“, verdedig ik me. Aan haar grijns te zien vindt ze het allang goed, ze rommelt ook al wat in haar portemonnee maar ze lijkt in een plagerige bui te zijn.
“Nou ja, doe maar zo’n duur ding dan, zijn ze van goud?“, sneert ze.
“Nee, maar ik heb hier een mooie…” en ik grabbel maar wat in de aanstekers, “groene!” en ik leg de aansteker op de balie.
“Oh, ik had minstens iets glinsterends verwacht. Heb je nog meer kleurtjes? Want hier betaal ik natuurlijk niet voor“, zegt ze met ingehouden lach, gemaakt bozig.
“Ik heb een zwarte, groene, blauwe, rode, gele…, zegt u het maar, u mag gewoon een kleurtje uitkiezen. Zo ben ik dan ook wel weer hè“, zeg ik met een flauwe grijns.
“Nou ja, doe maar een gele. Ik bied één euro“, knipoogt ze en ze legt een euro op de balie.
“Prima, als u er ook een Action-aansteker van een kwartje bij heeft is dat een deal“, grijns ik terug.
“Ja, ik wil hier toch een aansteker kopen, dan heb ik toch geen Action-aansteker van een kwartje bij me!“, roept ze met enige stemverheffing. “En doet ie het überhaupt wel? Oh, nou, dat valt me nog mee“, als blijkt dat de aansteker inderdaad vuur geeft.
“Nou ja, dan blijft de prijs toch écht écht écht €1,25“, zeg ik vastbesloten, terwijl ik bijna op het punt staat om in lachen uit te barsten.
“Prima joh! Geef maar dan, hier, €1,25!” en ze schiet daadwerkelijk echt in de lach. Ze steekt me aan en beiden lachen we hartelijk naar elkaar.
“Goed, dank je wel, was gezellig. Tot volgende keer, gaan we weer ruziën, beviel me best!“, lacht ze.
Mij ook. Gezellige, warme interactie.