Vlak voor me wordt een jongen gebeld.
“Heej, ja, we zijn er!”
(…)
“Nee, meen je niet”
(…)
“Ja, godverdomme, we zijn er net!”
(…)
“Aaah, wat een kuthoer joh, had ze dat niet eerder kunnen bedenken”
(…)
“Ja, en nu dan? We gaan echt niet dat hele takkestuk terug hoor”
(…)
“Sjesus, ze moet me echt minstens 20 keer pijpen voor ik ‘r dit vergeef!”
(…)
“Oh… nou ja, wens ‘r maar beterschap, ik zie je binnenkort wel weer”
Vriend: “En?”
Beller: “Ze heeft afgezegd, we kunnen weer naar huis”
Goh.