Een vrouw komt naar me toe en vraagt informatie over de trein. Ik heb geen idee, maar het is rustig en heb de reisplanner op mijn telefoon. Ik geef haar pen en papier en samen stippelen we haar reis uit. Moeizaam, ze lijkt het niet goed te begrijpen en moet toch twee keer overstappen. Uiteindelijk moet het toch lukken, na ruim vijf minuten rustige uitleg.
Ze wil ook nog geld wisselen en koopt een lolly. Ik heb al niet erg veel muntgeld, maar vooruit, ik wissel haar tientje. Ze bedankt nauwelijks voor de gedane moeite, feitelijk pakt ze het muntgeld en zonder wat te zeggen loopt ze weg. Ik sluit de routeplanner af.
Vijf minuten later komt ze terug, met een tijdschrift. Ik scan ‘m en we rekenen af. Achter haar staat een medewerker van de spoorwegen. “Goed zo, gewoon betalen voor je boekje. En nu leg je de andere tijdschriften terug waar ze horen. Volgende keer halen we gewoon de politie erbij” en de vrouw legt ongeveer zes tijdschriften terug.
“Ik blijf service verlenen, ik blijf servicegericht, ik blijf vriendelijk en hulpvaardig”. Zo, bovenstaand zinnetje is weer van kracht, het had even tijd nodig.