Raar gesprek
“Kaasbroodje.”
De man legt een briefje van vijf op de balie. “Ik wil álle broodjes”, tikt hij op z’n biljet. “U kunt er nog één broodje bijnemen? Of misschien wilt u er wat te drinken bij?”, stel ik voor. “Ja. Dat wil ik.” De man blijft me strak aankijken. “Wat wilt u drinken? Ik heb ijsthee in de aanbieding”, probeer ik de man te helpen. “Nee. Het is goed zo”, reageert de man onbewogen. “Alleen kaasbroodje dus…”, verifiëer ik.
De man zegt niets, maar kijkt me strak aan. “Dat is dan €1,80 en hier heeft u de €3,20 wisselgeld”, handel ik de bestelling dan maar af. “Dat kan niet. U maakt een fout”, is de man ineens fel. Rustig leg ik de rekensom uit. “Nog een saucijzenbroodje”, bestelt de man ineens. “Oké. Dat is nogmaals €1,80”, ben ik wat verbaasd. “Dat heb ik al gegeven” kijkt de man me nog immer onbewogen aan.
Wederom leg ik de zojuist gedane transactie uit. “Kijkt u maar in uw portemonnee, daar zult u de €3,20 aantreffen.” De man kijkt in z’n portemonnee. “Oh, u speelt het zo”, reageert hij teleurgesteld. “Maar. Ik leg net vijf euro op de balie. U was zo onbeleefd deze gewoon te pakken. Ik gáf u het briefje niet”, is z’n nieuwe insteek.
Met enig cynisme leg ik ‘m uit dat zo’n balie met kassa na een bestelling de uitgelezen plek is om met geld te betalen. “Uw diepgaande uitleg neigt naar een soort kapitalistische filosofie”, merkt de man nog altijd onbewogen op. “U bent dominant, dat vind ik vervelend.”
Ik probeer de man te peilen. Waar gáát dit over? Haalt hij een grap met me uit? Snapt hij het echt niet? Is de man psychisch wellicht niet helemaal in orde? In alle mogelijke gevallen probeer ik de ongemakkelijke situatie te redden: “U bent het wel met me eens dat ik u niet opgelicht heb?” De man kijkt me strak aan en knikt een beetje.
“Zal ik u een hand geven, zodat we als vrienden uit elkaar gaan?” Dat weigert de man, want: “Ik ben bang dat u met uw sterke handen mijn poezelige handjes kapotknijpt.” Ik proest het kort uit, maar de man blijft onbewogen. Ik beloof ‘m zachtjes een hand te geven, maar dat wil de man niet. Hij propt het gehele broodje in z’n mond en kijkt me tien seconden recht aan terwijl hij het broodje met open mond fijnmaalt. Hij draait zich om en zonder wat te zeggen loopt hij weg.