Al sinds het begin van dit blog realiseer ik me dat ik ooit oog in oog kom te staan met het hoofdpersonage van zo’n blog. Natuurlijk probeer ik ieder personage met respect te omschrijven, waardoor ik niet heel bevreesd hoef te zijn. Denk ik, dan. Dacht ik, dan.
Want zojuist kwam de ‘Oude Man’ van onderstaand verhaal (blz 14 uit de bundel) langs.
“Zeg. Ik las in een blaadje in de bus over jouw boekje. Dat vond ik nou zó leuk, ik herkende je en ik wil deze natuurlijk graag van je kopen”.
Natuurlijk ben ik me er direct van bewust dat hij zo’n hoofdpersonage is, maar zo’n verhaal kan ik niet direct oplepelen. Ik weet alleen dat het een leuk, positief verhaal is en dus vertel ik enthousiast dat hij erin staat en ik zoek zijn verhaal op. Het verhaal heet ‘Oude Man’ en ik kijk ‘m wat beschaamd aan. “Ach, ik bén toch ook een oude man, da’s echt een prima titel hoor”. Hij koopt ‘m en zegt ‘m meteen te gaan lezen, buiten mijn zicht.
Als hij weg is, lees ik z’n verhaal nog eens. ‘Paarse neus’, ‘waarschijnlijk dood’, ‘al afscheid genomen’; ik voel dat ik bloos. Dat ik me naar voel. Dat ik door de grond wil zakken. M’n hart gaat tekeer. Lijkt me niet heel leuk om over jezelf te lezen. Bah.
Hij houdt me maar kort in spanning. “Mooi verhaal hoor, ik snap dat je me op die wijze omschrijft. Ik snap dat je me zo ziet en ik vond het een mooie zorg van je. Natuurlijk raar dat je al afscheid van me genomen had, maar ik begrijp het. Maar ik word 100, dus voorlopig blijf ik langskomen. En tuurlijk is het geen belediging, jij hebt ook een rare neus”.
(Oké, dat laatste zei ie niet, maar anders had ik geen leuke afsluiter).