Een groep van ongeveer 50 NAC-supporters betreedt het perron. Ze zingen NAC-liederen en als ze een donkere schoonmaker zien, scanderen ze de naam van Matthew Amoah, voormalig NAC-spits, Ghanees en publiekslieveling. Een blond meisje passeert echter en de aandacht gaat nu volledig naar haar. Liefdevol bezingen ze hoe ze het meisje oraal willen bevredigen, passioneel bezingen ze hoe ze daadwerkelijk de liefde met haar zullen bedrijven. Vervolgens laten de heren weten wat ze van de tegenstander van vandaag vinden, gebruikmakend van enige schuttingtaal.
Een oude mevrouw staat erbij en kijkt ernaar. Ik zie dat ze haar oren spitst. Ze loopt rustig op me af. “Die jongens zingen leuk, gezellig zo hé. Jammer dat m’n gehoor zo slecht is, dus ik weet niet wát ze zingen, maar de tonen zijn fijn“.