Moeizame communicatie

“Goedenavond, kunnen wij hier ook ergens even rustig zitten?” Het is ongeveer half 10 ’s avonds. Een ouder echtpaar loopt enigszins verloren rond, alvorens ze me die vraag stellen. Ik wijs hen de weg naar een zitgelegenheid, waarop zij twee kopjes thee bestellen.

“Tja. We zijn hier een beetje op de gok, vanavond. We krijgen een ver familielid een paar dagen als logé”, legt de vrouw uit. “En da’s nogal een warhoofd!”, gromt de man. “Nee Hans, doe nou maar rustig. Nou ja, hij heeft wel een beetje gelijk”, glimlacht de vrouw. De vrouw legt uit dat het verre familielid op een soort wereldreis is. Ze komt nu dus een paar dagen naar Nederland, om daarna door Europa te reizen.

“Een paar weken geleden belde ze, via een vaste telefoonlijn uit weetikveel, Verweggistan zeg maar. Ze vroeg of ze twee dagen bij ons mocht logeren. Ze hield het nogal kort; begin november zou ze dan naar Nederland komen.”

Vervolgens hoorde het echtpaar een lange tijd niets. Een paar dagen geleden kregen ze dan toch een sms’je. “Weer van een onbekend nummer. ‘Kom dinsdag 10 ’s avonds. Gr. José’, stond erin. Verder geen informatie en ook geen mogelijkheid om haar te contacten.” De man vult aan: “We weten niet waar ze nu vandaan komt, we weten niets. Dus hebben we maar gekeken hoe laat de trein uit Schiphol hier aan kwam. Nou ja, iets over half 10 en iets over 10, dus. Wat ik zeg, het is nogal een warhoofd!” Het is inmiddels tien over half 10, dus die eerste trein uit Schiphol is al binnen. “Het erge is dat we vanmorgen rond 10 uur zijn gebeld door een telefoonnummer uit een ver buitenland. Oproep gemist, geen voicemail en terugbellen leverde ook niets op. We zijn wel oud, maar we hebben ook gewoon email als dat nodig is. Reageert ze ook niet op. Nou ja, laten we ergens gaan zitten…”

Ik wens de twee succes en zeg, eigenlijk bij wijze van flauwe grap: “Straks bedoelde ze: ‘Kom dinsdag 10 november, ’s avonds’. Dat zou wat zijn, dat ze pas volgende week komt.” Het echtpaar, dat eigenlijk al wegloopt, stopt direct. Ze verstijven en kijken elkaar aan. “Oh God Hans… Zou dat?” Hans kijkt geërgerd. “We wachten tot kwart over 10 en dan gaan we naar huis. Maar het zou me eerlijk gezegd niet eens meer verbazen met dat warhoofd”, sombert hij en hij glimlacht naar me, met een gepijnigd gezicht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Translate »