“Gerda. Gerda! Wat wil jij dan?” De roepende vrouw staat al bij de balie en de kassa, klaar om te bestellen. Gerda en een man komen erbij staan. “Weet ik niet eigenlijk, wat neem jij?” Samen staren ze naar de prijslijst. “Cappuccino is wel lekker, ik denk dat ik dat neem“, zegt de eerste vrouw. De man knikt. “Ik denk koffie zwart… Hoewel… Cappuccino ook wel lekker is natuurlijk…” Gerda kijkt een tijdlang moeilijk en is ineens resoluut: “cappuccino voor mij!” en ze draait zich net zo resoluut om. De man knikt weer. “Ja, ik toch ook maar…” , blijft ie vertwijfeld.
De bestellende vrouw kijkt in haar portemonnee. “Driemaal cappuccino dus?” Gerda en de man knikken. “Ja, zin in“, voegt Gerda er aan toe. “Hmm, 3 keer 2,20 is 6,60 hè…“, rekent de bestellende vrouw uit en ze rommelt in haar portemonnee.
Aangezien dit onderhoud op 40 centimeter van me vandaan gebeurt, besluit ik alvast te tappen. Gewoon, omdat het me wel duidelijk is. De bestellende vrouw draait zich naar me toe: “hallo meneer, drie cappuccino alst.. e… bl… Huh?” Ze kijkt met grote ogen naar me en naar de drie cappuccino’s voor haar. “Hoe… wist je dat? Zien we er zó erg uit als cappuccino-mensen?” Ook Gerda en de man kijken verwonderd. “Raar, heeft ie nu gewoon al drie cappuccino’s gemaakt? Hoe wist ie dat?“, vraagt Gerda zich af. Ik besluit ze in de waan te laten. “Ik voelde deze bestelling gewoon aankomen, hoewel ik bij u“, en ik kijk de man aan, “twijfel voelde. Koffie of cappuccino was het dilemma“. De man kijkt me indringend aan, vol verbazing. De vrouw rekent af. “Hoe je dit weet, weet ik niet, maar ik vind het een gave“.