Lief en rustig
De man zal een bijna-vijftiger zijn. Hij draagt een pak, maar deze zit allesbehalve strak. Een stropdas bungelt losjes over z’n wittige overhemd, waarvan enkele knoopjes ontbreken. Z’n colbertje is gekreukt en getuige de vele kleurverschillen flink versleten. Op z’n kin een grijzige stoppelbaard, op z’n hoofd een grappig groengekleurd hoedje, wat de man in z’n geheel een wat verstrooide indruk geeft. Ik vermoed dat ie van origine ergens uit Midden-Afrika komt, getuige z’n spraak en z’n huidskleur. Hij oogt zoekende, in zichzelf gekeerd, afwezig.
“Hoe duur is het bier hier?”, mompelt ie, terwijl hij een berg muntgeld uit z’n broekzak tovert. Ik noem de prijzen van de twee merken en de twee maten op. Hij schrikt van de prijs, maar telt toch wat kleingeld uit. Het wordt een grote Bavaria. “Mag je eigenlijk bier drinken in de trein? Dat zal wel niet hè?” Hij kijkt me voor het eerst aan en tovert een cynische glimlach op z’n gezicht. “Daar geldt een belangrijke regel voor”, antwoord ik naar waarheid. “Dat u lief bent. Als u lief en rustig blijft, mag u gewoon bier drinken in de trein.”
De man van de ogen verwijden zich en er breekt een enorme glimlach door. “Echt? Prachtig!”, roept hij uit. “Liefde!” De man ondergaat live voor m’n winkel een bijzondere metamorfose. “Dat zou toch eigenlijk het antwoord moeten zijn op alles?” Enthousiast kijkt hij om zich heen: niemand, dus hij heeft de tijd. “Je mag dit niet, je mag dat niet, al die regels over wat je vooral niet mag. En waarom mogen die dingen niet? Als het uitgangspunt liefde is, liefde voor elkaar is, respect voor elkaar is, zou alles moeten mogen. Geen keiharde ‘nee’, maar een ‘ja, mits liefde voor elkaar’, dat zou de wet moeten zijn!”