Lid in de Orde van Oranje Nassau
Een man van ruim in de 70 komt bij me. Hij draagt een keurig blauw colbert, waar een klein, langwerpig oranje-blauw speldje op bevestigd is. Op vrolijke toon bestelt hij een kopje koffie, z’n open uitstraling nodigt me uit hem te vragen naar dat speldje. De man kijkt me verrast aan en laat het speldje iets beter zien. ,,Nou! Dat u dat ziet!”, reageert hij trots. En op statige toon: ,,Het heeft Zijne Majesteit de Koning behaagd mij lid te maken in de Orde van Oranje Nassau.” Enthousiast kijkt hij me aan: ,,Wat een éér hè!”
Waar hij dat aan verdiend heeft, volgt al snel. ,,Ik wist nergens wat van. Iedereen om mij heen wist het maar hield keurig z’n mond, dus het was een totále verrassing”, vertelt hij. ,,De fanfare, de Brandwondenstichting, het Kankerfonds, mijn familie; ik ben voorgedragen en ze hebben het echt maanden geheim weten te houden. Dat is een flinke prestatie, toch?” De man kijkt me met vochtige ogen aan, het lijkt ‘m nog altijd flink te ontroeren. ,,Er zijn echt veertig naaste mensen bij betrokken, dat maakt het zo prachtig. Die hele procedure ook, je wordt onderzocht en doorgelicht, ze kijken echt of je in aanmerking komt.”
Hij pakt een doosje uit z’n binnenzak. ,,Dit speldje mag ik altijd dragen, maar dit”, en hij opent het doosje, ,,alleen bij officiële gelegenheden van het Koningshuis.” Een medaille schittert in het middaglicht. De man glundert en staart dagdromend naar het doosje. ,,Ik ben al een tijdje met pensioen, help graag mensen en instanties die mij aan het hart aan. Dat doe ik met volle overtuiging en geheel vrijwillig. Dat je dan door zoveel mensen gewaardeerd wordt en dat dit nu ineens op m’n pad komt… Je kunt wel stellen dat dit een echt onverwacht hoogtepunt van m’n leven is.”