Klantvriendelijk

Eigenlijk vind ik het woordje ‘klant’ in ‘klantvriendelijk’ niet eens zo heel relevant. Gewoon, vriendelijk. Er bestaan concrete regels omtrent klantvriendelijkheid, maar die kun je op je klompen aanvoelen.

Sociaal. Meedenken. Iemand vraagt jouw hulp, toch fijn als je dat kan geven. Dat kan op allerlei manieren, vaak heel simpel en het hoeft niks te kosten: geld wisselen voor het toilet? Natuurlijk. Een paar servetjes omdat je doorweekt bent door de regen? Geen probleem. Een tasje omdat je loopt te stuntelen met wat losse spullen? Kom maar op. Met andere woorden: je hoeft niet eens iets te kopen.

Bij voorkeur natuurlijk wel, want dat is nu eenmaal de reden dat ik daar sta. “Mag ik een flesje ijsthee en een punaise?”, vraagt een jongeman. Hmm, punaises heb ik niet liggen. “Iets anders scherps? Een naald ofzo? Of een veiligheidsspeld?”, houdt hij vol.

Ik denk na, maar moet ‘m teleurstellen en vraag waar hij zoiets voor nodig heeft. “Om de simkaart van m’n iPhone te vervangen, even bedenken hoe ik dat dan ga doen…”, verklaart hij. Kijk, nu weet ik het uiteindelijke doel.

Ik verkoop ‘m de ijsthee en geef ‘m een nietje uit de nietmachine. Hij kijkt tevreden: hiermee gaat het ‘m wel lukken. “Heeft u hier ook tandenstokers?”, vraagt een man me.

Dat vergt enige creativiteit: we hebben alleen houten roerstaafjes voor de koffie. Ik pak een roerstaafje en bewerk het roerstaafje dusdanig met een stanleymes dat er een punt ontstaat. De man grijnst en glundert; deze tandenstoker is uniek in z’n soort en al tandenstokend vervolgt hij z’n weg.

Een jonge vrouw komt naar me toe. Ze heeft een grote bak tonijnsalade gekocht bij de Albert Heijn. “Heb je een lepel voor me? Snel? De trein komt er al aan!”, vraagt ze gehaast.

Nee, dat heb ik dan weer niet. “Ja eh, vork dan? Zo kan ik dit toch niet eten?”, vraagt ze dwingend en geërgerd. Ik snap het doel van de vraag wel, maar ik heb geen echte oplossing. Ze zucht diep en geërgerd en loopt naar de suiker- en melkbak. Ze pakt twee roerstaafjes.

“En dit dan?” bitst ze me toe. Met een veelzeggende, haast dodelijke blik in haar ogen loopt ze weg. “Maar, dat is een stókje… Oké, het kán, maar kom óp!”, roep ik haar in paniek nog na. Nogmaals een vernietigende blik.

Een dik falen in mijn klantvriendelijkheid: ik ben diep teleurgesteld in mezelf.

2 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Translate »