“Vies vuil kankerwijf, ik vermoord die hoor, godverdekanker… ja, kankerlijer, geef mij twee Heineken! Wat een kankerwijf, dat ze sterft aan kanker.
Hij betaalt een tientje en loopt weg. In ieder ander geval had ik ‘m nog geroepen, deze 5,40 wisselgeld hou ik. Zal ik het puur symbolisch overmaken aan het KWF?