Ironie

Ironie

“Zo, tot morgen maar weer! Ik hoop dat de trein vandaag fatsoenlijk rijdt”, sneert de man al op voorhand, nadat ie z’n dagelijkse boodschap gedaan heeft. Het is een altijd vrolijke, maar cynische forens. Ofwel, dat cynisme openbaart zich met een grote grijns en gaat altijd over het treinverkeer.

“Zijn er voor u geen alternatieven voor de trein eigenlijk? Waarom gaat u niet met de auto ofzo?”, vraag ik hem eens, na de zoveelste tirade.

De man snuift.

“Eigenlijk ben ik tegen alles dat gemotoriseerd is. Allemaal milieuverontreiniging. Ik heb ooit het idee gehad om de uitlaat van auto’s zo om te buigen, dat alle brandstof de auto in geblazen wordt. Laat de mensen maar eens goed inademen wat zij uitstoten, dan laten ze die auto misschien ook eens wat vaker staan”, oppert hij. “De trein is natuurlijk ook verontreinigend, maar je moet toch reizen. Dan is de trein toch verreweg de minst slechte”, onderwijst hij. Gevolgd door die vertrouwde cynische grijns: “Als ze fatsoenlijk rijden natuurlijk, whehe.”

Hij kijkt me een tijdje aan.

“En tja, jij bent dan gewoon dagelijks even de Sjaak. Ik vind het gewoon lekker om die frustraties op jou te botvieren. Het is toch een soort uitlaatklep, ik moet het toch ergens uiten!”, roept ie vrolijk.

De ironie ervan openbaart zich direct, maar de man ziet dat zelf nog niet zo. Voorzetje dan maar. “En als u die uitlaatklep nu eens ombuigt naar binnen toe? Zodat uzelf inademt wat u uitstoot? Nu adem ik het als enige in, dat lijkt me op termijn ook ongezond.” De man denkt kort na, knoopt de verbanden aan elkaar en glimlacht. “Is wáár. Maar daarom betaal ik ook dagelijks wegenbelasting”, proost hij met zijn zojuist aangeschafte Colaatje.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Translate »