Een man van ongeveer 25 komt bij me. Hij lijkt Arabische roots te hebben, heeft een volle, zwarte baard en hij heeft een stoer, maar zacht voorkomen. Hij begroet me vriendelijk (“‘n goedenavond gast“) en pakt wat te drinken, plus een Lion. Het volgende gesprek.
“Zo, hoeist man?“, zegt ie afwezig.
“Ja prima hoor! Dank je wel, met jou ook?”
“Zeker man. Dit alsjeblieft”
“Wat?”
“Als we nu gingen praten hoe het écht met ons ging. De liefde, filosofie, politiek, onze onzekerheden, dat soort dingen, een diepere laag in dit gesprek“, zeg ik met enig gevoel voor dramatiek.
Even kijkt ie me verbaasd aan. “Haha! Dude… HAHAHA! Dat zou inderdaad zéker grappig zijn, haha! Briljant”
“Jij vraagt me hoe het gaat, ik vraag het aan jou, een goed gesprek volgt gewoon. Maar goed… Gaat niet gebeuren, weet ik ook wel!”
“Haha! Nee, natuurlijk niet, haha”
“Maar het gaat dan ook goed met ons allebei, dus dat scheelt!”
“Sowieso!”
“Mooi, fijne avond!”
“Succes met je… liefde en… Wat zei je nog meer? Oh ja, onzekerheid haha!”
“Jij ook, als er wat is, ik ben er voor je!“, en ik wijs naar ‘m.
“Ik ben er ook voor jou man!”, en met twee handen in mijn richting wijst ie terug.