Het oude station

Goedenavond, doe mij maar het gebruikelijke!”, lacht de man vrolijk. De man komt inderdaad een paar keer per week langs voor één iets en gek genoeg vergeet ik altijd wat. Hij ziet m’n vragende blik. “Rrr…?”, hint ie.

Ah ja! Roze koek. “En da’s m’n laatste óóit op dit station. Ik kom hier pas maandag weer. De afgelopen, ik denk, twintig jaar kom ik hier al een paar keer per week. ’s Morgens en ’s avonds. Nee, die roze koek is er pas sinds een paar maanden ingesleten haha. Nooit zo gerealiseerd, maar nu kijk je toch even wat langer en bewuster naar dit gebouw hè?”, zegt ie met enige melancholie in z’n stem. Hij zet z’n elleboog op de balie en kijkt in het rond.

Het komt nu inderdaad wel erg dichtbij. Vrijdag is de laatste dag van dit station, zaterdag opent het nieuwe station en al snel zal het oude station dan tegen de vlakte gaan. Ik denk zelf ook met weemoed terug aan dit kleine, niet al te mooie, niet al te spannende, niet al te gebruiksvriendelijke stationnetje. Hilarische vragen van reizigers (“Meneer, waar is hier de stationshal? Daar bén ik nu? Dit is Breda Centráál toch? Oké… Goh… Oké, nou…”) en geërgerde vragen van reizigers (“Meneer, is hier ook een lift? Niet? Hoe moet ik dan met mijn kinderwagen / rollator / koffers naar beneden? Gewoon via de trappen? Pff, het is hier in Breda ook de eenentwintigste eeuw toch?”) Het station, kortom, is eigenlijk nooit echt Bredaasch trots geweest.

Toen het nieuwe station aan de zogenaamde Belcrum-kant in rap tempo verrees en het dak van het oude station al langzaam afgebroken werd, sprak een man me eens aan. Dat schreef ik al in een eerder ‘Perrongelukje’ van 8 januari 2013, die ik even citeer.

Een oudere man kijkt onderzoekend naar de afzettingen op het perron. “Meneer, waarom zijn spoor 5 en 6 dicht?”, vraagt ie. Ik leg uit dat het station momenteel verbouwd wordt en dat men nu bezig is het huidige dak te verwijderen.

De man begint te vertellen. Zijn vader had 35 jaar lang de dagelijkse leiding op dit station en onder zijn leiding werd het huidige station gebouwd. Gedetailleerd omschrijft de man de bouw van het station, vol trots en passioneel verhaalt de man over de spoorwegen en over de rol van de spoorwegen in het gezin. Een fraai stukje geschiedenis. “Wrang en mooi tegelijk trouwens. Vorig jaar overleed mijn vader en nu breken ze zijn moment of fame af… Ach, het is ook goed zo”.

Opnieuw enig kippenvel bij dit gesprekje. Het gaf en geeft dit oude station toch weer wat waarde.

De man opent de verpakking van z’n roze koek en neemt er een klein hapje van. “Nee, het is hier niet mooi, nooit geweest”, onderbreekt ie mijn mijmering. “Daar zat de Free Record Shop vroeger”, wijst ie, “vreemd hok was dat. Nu het een wachtruimte is, ziet het er een stuk frisser en opener uit. Hoewel het nu wel erg duidelijk is dat dit de laatste dagen zijn hè? Bijna alle winkels dicht, achter de ramen van de gesloten winkels ook al helemaal leeg… Het is echt klaar hier”, verzucht ie. We laten even een stilte vallen. “Weet je wat het fijne is”, concludeer ik met een flauwe grijns, “volgende week sta ik dan wel aan de andere kant in een nieuwe omgeving, maar ik ben er dus gewoon wel weer en ik verkoop gewoon weer roze koeken. Eigenlijk verandert er niets joh!” De man grijnst. “Ja! Precies! Ik heb die twintig jaar nooit naar dit station gekeken zoals ik nu de afgelopen twee minuten doe, maar die roze koeken en de mensen van jullie winkeltje zie ik altijd wél! Nu al zin in. Tot volgende week!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Translate »