De Cola’tjes hebben weer voornamen als etiket. Dit waren voorheen veelvoorkomende namen, nu is gekozen voor wat apartere namen, zoals Inez, Dorothea, Bertus en Clasina (momenteel de voorste rij bij me).
Een man komt met z’n twee dochters bij me. “Mag ik een flesje Fanta, een Cola en voor mezelf… Doe maar een ijsthee“, bestelt ie. “Ik wil een Cola met mijn naam erop“, vraagt z’n jongste dochter van ongeveer 10. “Ik heet Sarah, heeft u een flesje met Sarah erop?”
Globaal kijk ik naar de voornamen, maar de vader vraagt me er toch zomaar één te pakken, ze moeten richting de trein. “Het is… Hendrikje geworden, dus vanaf nu heet je Hendrikje“, plaag ik het meisje. Ze kijkt me teleurgesteld aan. “Maar, ik wil geen Hendrikje heten“, treurt ze. “Niet zo zeuren, we moeten naar de trein, Hendrikje”, zegt haar vader met een grijns. Het meisje kijkt verdrietig. “Nee! Ik heet Sarah!“, protesteert ze. Ze vecht tegen de tranen, da’s duidelijk. “Oh ja? Op je Cola staat Hendrikje, dus heet je Hendrikje. En nu gaan we naar de trein. Kom je, Hendrikje?“