Een langverwachte thuiskomst
,,Zo! Ruim op tijd. Goed als ik hier even wacht?”, glimlacht een dertiger met een gejaagde blik in z’n ogen. Hij zet z’n grote koffer en z’n zware rugtas met beleid tegen een muur en rekt zich even uit. ,,Ben een paar weken op reis geweest, twee vrienden halen me zo op”, legt hij uit. Hij leunt tegen het tafeltje met suiker en melk en slaakt een diepe zucht. ,,Ze zullen wel benieuwd zijn, zóveel meegemaakt. Ik heb zelfs wel weer zin hen te zien, moet je nagaan”, grijnst hij. Opgewonden kijkt hij naar de reizigersstroom, op zoek naar bekende gezichten.
Plots verstart hij. Uiterst theatraal zet hij een stapje opzij, zodat hij nu echt in een hoekje staat. Vervolgens zakt hij door z’n knieën. Hij kijkt me met een ondeugende blik aan en houdt z’n vinger tegen z’n lippen. Hij maakt zich klein en probeert z’n spullen zo dicht mogelijk naar zich toe te trekken.
De man drukt zich echt zo dicht mogelijk in het hoekje om op die manier zo onzichtbaar mogelijk te zijn. Het wordt al snel helder voor wie hij zich verstopt: een stelletje loopt zoekend de stationshal in en komt steeds dichterbij. Niet ver van mij vandaan houden ze halt, met hun rug naar ons toe. De man komt langzaam in beweging en staat op. Weer dat vingertje voor z’n mond, ik gebaar dat ik me er niet mee bemoei. Stapje voor stapje nadert hij hen, tot hij op een half metertje afstand staat. ,,Boeh!”, roept hij en hij pakt de schouders van het meisje beet, direct gevolgd door een lachsalvo.
Het meisje kijkt verveeld op en ook de jongen vertoont geen emotie . ,,Ha Tycho. Kom, de auto staat voor.” Direct lopen ze richting de uitgang van het station. Tycho loopt bedremmeld naar z’n spullen en kijkt me teleurgesteld aan; z’n reis is ten einde.