“Halleee! Pakje Gauloises en een aansteker alstublieft“. De man komt vrijwel elke dag langs en koopt dan altijd een pakje blauwe Gauloises. De man is vriendelijk en beleefd en inmiddels vertrouwd. Hij behoort, net als tientallen anderen, tot m’n zogenaamde vaste klanten.
Z’n leeftijd is lastig in te schatten, maar ergens rond de 40 is realistisch. Hij heeft krulletjes en eigenlijk lijkt ie best een beetje op oud-voetballer Bert Konterman. Hij is altijd casual gekleed; In de winter draagt ie een lederen jas, in de zomer is het een blousejesman.
Ik laat een stilte vallen en kijk ´m bezorgd aan. “Weet je dat ik van dit moment, van dit specifieke moment gedroomd heb?“, zeg ik op weifelende toon. Slecht nieuws moet je immers voorzichtig brengen. “Huh, hoezo dat?”, is z’n logische, verwonderde reactie. Nieuwsgierig kijkt hij me aan. “Nou”, begin ik m’n uitleg voorzichtig, “de Gauloises zijn sinds heel kort uit ons assortiment en inmiddels ook uitverkocht”. Ik laat een korte stilte vallen, om ‘m de kans te geven het op zich in te laten werken. “Toen ik dit nieuws hoorde, dacht ik direct aan jou. Ik had al een voorgevoel dat ík degene zou zijn die dit barre nieuws mocht brengen“. De man kijkt me aan, nog altijd verwonderd, maar inmiddels ook enigszins geamuseerd. “Die nacht droomde ik van dit moment. Dat ik je dit nieuws moest vertellen. Je reactie…“, en ik sluit m’n ogen theatraal, “Je werd boos, ziedend…” De man glimlacht en speelt het toneelspel mee. “Nee, ik ben niet boos en al helemaal niet ziedend. Teleurgesteld is een beter woord”, begint ie op vlakke toon, “Dan maar alleen de aansteker, als symbolisch einde van onze inmiddels toch al lange relatie“.
Ik ben verbijsterd. Ik had woede en verdriet verwacht. Ongeloof! Dat het een donderslag bij heldere hemel voor hem zou zijn! Niet slechts ‘teleurstelling’ en al helemaal geen koud ‘symbolisch einde van de lange relatie’. Moet het zo eindigen? Zo koudbloedig, zo oppervlakkig? Direct een einde maken aan deze lange relatie? Dag in dag uit serveerde ik met liefde, met passie zijn oh zo gewaardeerde pakje blauwe Gauloises, dag in dag uit betaalde en ontving hij datzelfde pakje toch ook met graagte? De reactie stelt míj teleur. “Oké. Je… Bedoel je dat we elkaar nooit meer zien?“, is m’n wat emotionele reactie. Ik kijk de man aan met grote ogen. Hij slikt, begint langzaam te breken, maar vermant zich snel weer. “Het valt mij ook zwaar. Maar dat jij mijn sigaretten niet meer verkoopt, valt me nog zwaarder. Sorry jongen, je bent me kwijt. De eerste dagen zal ik naar je zwaaien in het voorbijgaan. Misschien zelfs weken. Maar dat houdt ook op, hou daar rekening mee. Ik wil je bedanken voor de trouwe relatie en levering van de sigaretten. Het ga je goed“. Bam. Hij wil weggaan, maar blijft als versteend staan. Z’n ogen zijn waterig, z’n houding wankel. De aansteker ligt tussen ons in. Voorzichtig gaat z’n hand naar de balie, voorzichtig pakt hij de aansteker. Hij test ‘m. Een mooie vlam zweeft boven de aansteker. We kijken er samen naar. We staren er samen naar. In razendsnel tempo zien we onze vriendschap in onze beider gedachtes voorbij vliegen, totdat de man de vlam laat doven. “Ehm… weet jij hier op het station nog meer winkels die Gauloises verkopen?”, vraagt ie. Ik zie aan z’n ogen dat ie zich direct realiseert dat dit de meest misplaatste vraag is die je op zo’n moment kan stellen. “Sorry, ik… Sorry”, stamelt ie. Ik begrijp z’n vertwijfeling. Ik snap z’n vraag ook. Uiteraard snap ik de vraag. Maar het is te snel. Te vers. “Nee. Wij verkopen wel Lucky Strike”, sneer ik terug, met een gemaakte grijns. Ik zie dat ook mijn opmerking aan komt. De ijzige stilte zegt genoeg. “Ik zie je nog wel en ik zwaai wel, de komende tijd”. Hij draait zich om en loopt weg en kijkt niet meer om.
Zul je zien. Dat ie binnenkort met een vol pakje Gauloises voorbij loopt, gekocht in een andere winkel. Dan zwaait ie vrolijk naar me, kijkt me vol afgunst aan en steekt nog nét z’n tong niet naar me uit. De gedachte alleen al maakt me somber en woedend. Wat ik hoop, wat ik wens: Ik hoop dat hij straks langsloopt op het moment dat ik net plezier heb met een Lucky Strike klant. Dat híj lijdt. Dat zou ultiem zijn. Eikel. Ik mis je.