De schilder (1)

De schilder (1)

Voor me staat een tengere, goedlachse man in een ruim vallende overall vol met verfsporen. Dat zorgt eigenlijk wel voor een mooi beeld. De man zal ongeveer 25 jaar zijn en heeft een donkere huidskleur. Hij heeft verfspetters op z’n vermoeide gezicht en op z’n haar; de lange werkdag is duidelijk eindelijk net ten einde.Hij zit met z’n werk midden in een grote klus: meerdere huizen in een blok moeten geschilderd worden, vertelt hij. De schilder praat snel, vuurt zinnen op me af en is overduidelijk enthousiast.“Ik doe dit nu twee jaar, kon daarvoor gewoon nooit iets vinden. Het is leuk om te doen en je merkt enorme dankbaarheid als het klaar is. Zo’n huis knapt natuurlijk ook flink op, dat zie je gelijk. Ik ontmoet dagelijks veel fijne mensen. Onder het genot van een bakje koffie een beetje kletsen, heel leuk.”

Het zit ‘m ietwat dwars dat het soms voorkomt dat mensen niet willen dat hij hun huis schildert. “Omdat ik zwart ben. Dat wordt me ook gewoon letterlijk in m’n gezicht gezegd. Dan gaat m’n chef altijd dezelfde discussie aan, daarna mag het eigenlijk altijd wel. Ik zorg er gewoon voor dat ik m’n werk doe en dat het dus perfect is. Knop omzetten en me verder niet verlagen, ik win er niets mee als ik dat niet doe. Ik hoop juist dat die klagers inzien dat die huidskleur niets uitmaakt. Is toch? Ik maak me er niet te druk om. Zij maken zich druk. Dat vind ik dan weer even grappig als treurig.”

Het geschetste komt overigens zelden voor, gehaast hij eraan toe te voegen. “Ik richt me op de leuke mensen en die zijn in de meerderheid.” De jongen maakt aanstalten te gaan. “Ik zie je morgen wel weer, ouwehoeren we verder.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Translate »