Een vaste bezoeker is een wat oudere man. Hij koopt nooit wat, maar maakt altijd een kort praatje. Tot hoe laat ik moet werken, hoe het weer is, dat ie fijn gewandeld heeft en dat ik de groeten moet doen aan een collega.
Gewoon oppervlakkig, maar altijd vrolijk en lief. De man is regelmatig strak in het pak en als ie langs komt terwijl ik een klant help, zwaait ie vrolijk en loopt door.
Normaal gesproken komt ie in de late namiddag, maar gisterenavond kwam ie pas rond 22:00 langs. Hij liep sneller dan anders, maar hield toch even z’n pas in bij me. “Tot hoe laat moet je? Nog maar een half uurtje? Fijn, kun je zo naar huis. Het is nu droog buiten dus dat is goed! Ik moet snel doorlopen, want ik kom te laat thuis, dat vindt ze niet goed hè. Ik heb beloofd altijd op tijd thuis te zijn. En zelfs nu ze daar is…”, de man wijst en kijkt omhoog, “…houdt ze me in de gaten hoor. Maar ze vindt het niet erg voor een keertje, maar ik moet er geen gewoonte van maken, dus ik loop maar snel door!”
Dat is toch moohooi.