Het is zaterdag 24 november 2018, kwart over twee ’s nachts. De politie kijkt onder andere via cameratoezicht hoe deze reguliere uitgaansavond verloopt. De dienstdoende agent ziet iets gebeuren op de Grote Markt in Bergen op Zoom, dat de aandacht trekt. Een schermutseling tussen drie mensen. De bij de politie erg bekende Toon krijgt het, zo op het oog, aan de stok met twee jongens die uit een café komen. Daarbij zou hij een van hen een kopstoot gegeven hebben. De politie ter plaatse wordt gealarmeerd. Zij vinden hem al snel en er volgt een aanhouding. De 50-jarige Toon toont zich verontwaardigd tegenover de rechter. ,,Ik heb niets gedaan. Die twee gasten werden net uit het café gezet. Zij waren enorm baldadig, ik probeerde ze daarom uit de menigte te trekken om erger te voorkomen. Ze hebben me op een later moment zelfs nog bedankt en hun excuses aangeboden voor hun eigen gedrag!”
Op de beelden zou te zien zijn dat Toon recht tegenover de twee ging staan. Er zou spanning zijn, er zou geduwd en getrokken zijn. Er volgde ‘een voorwaartse beweging’ van Toons hoofd, waarop één van de jongens achteruit deinsde. ,,Allereerst: ik kwam niet uit die kroeg. Spanning? Hoe kun je spanning zien? En een kopstoot? Dan ligt ie gestrekt hoor.”
Toon is eerder slachtoffer geweest van een steekincident op de Grote Markt. Dat ontging de camera’s toen. ,,Dat is een ander verhaal, dat weet ik. Maar hier word ik genaaid door die camera’s en toen ik ze nodig had, was er niets.” Na zijn aanhouding worden de beelden naar het politiebureau doorgestuurd. Ook ter plekke wordt geconcludeerd dat Toon een kopstoot uitdeelde. Hij heeft inmiddels al een strafblad van zo’n twintig pagina’s en de officier van justitie vindt dat hij van geluk mag spreken. ,,Het slachtoffer wilde geen aangifte tegen je doen, anders zou het mishandeling zijn. Nu staat er ‘maar’ 190 euro op, dat was anders significant hoger.” Er wordt besloten tot een taakstraf, van 10 uur. Toon is des duivels. ,,Mijn vertrouwen in de rechtspraak is laag. Ik heb niets gedaan, alleen willen sussen. Belachelijk dat ik hiervoor gestraft wordt.” Toch volgt de rechter de eis van de officier. Toon verlaat woedend de rechtszaal. Hij wil in hoger beroep.