Onderstaande Kantonrechter verscheen op 12 oktober 2015 in BN DeStem:
De 51-jarige Liza* uit Roosendaal weigert zich te legitimeren naar aanleiding van een zak zwerfafval, waarin haar adres is aangetroffen. Een heftige discussie volgt; vandaag moet ze zich hiervoor verantwoorden.
Als twee buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) ’s avonds op 17 november 2014 een ronde doen, treffen zij een vuilniszak aan in een portiek. Om erachter te komen wie deze zak hier heeft achtergelaten, openen zij de vuilniszak op zoek naar aanwijzingen. Zij treffen het adres aan van de kunstenares Liza. Ze nemen de vuilniszak mee en zetten deze in de tuin van Liza en besluiten haar de volgende dag te beboeten wegens het achterlaten van ‘zwerfafval’. “Dus ’s morgens zie ik een kapotte vuilniszak in mijn tuin staan. Ik heb een hekel aan afval, dus heb ik er een nieuwe vuilniszak omheen gedaan en deze in mijn kliko gedaan”, vertelt Liza. De twee boa’s bellen die dag inderdaad aan. Ze vragen allereerst haar legitimatiebewijs. “Twee mannen in een moeilijk te plaatsen uniform, duidelijk niet van de politie. Dus vraag ik hen waaróm ik me zou moeten legitimeren.” De boa’s leggen uit wat er gaande is, waarop Liza geërgerd raakt. “Het was ook nogal intimiderend! Staan ze daar met z’n tweeën tegen me te blaffen. Kijk, die afvalzak was niet van mij, laat dat duidelijk zijn. Ik woon niet op dat adres, dat is mijn atelier. Ik krijg hier veel post.” De boa’s houden echter vol, waarop een heftige woordenwisseling ontstaat. Liza dreigt hierbij de zaak voor te leggen aan een bevriende wethouder en wil hier ook de burgemeester van Roosendaal bij betrekken. Uiteindelijk gooit ze de deur dicht. “Boven zaten een aantal cursisten van mij te wachten. Ik had het op dat moment gewoon te druk om me bezig te houden met zoiets futiels.” De rechter leest uit het proces verbaal dat de boa’s vervolgens nogmaals aanbelden, waarop Liza stampvoetend naar beneden rende, opendeed, iets kwaads riep en al vloekend weer naar boven stormde om haar legitimatiebewijs inderdaad te pakken. “Wat een onzin. Ze belden nogmaals aan, waarop ik inderdaad kwaad naar beneden liep. Mét mijn legitimatie, die ik gewoon direct liet zien. Het was gewoon erg vervelend. Dit hele akkefietje heeft gewoon een ruim half uur geduurd, hè. Ik heb hierna de politie gebeld. Die hebben er helaas vervolgens niks mee gedaan. Ik vind het ergerlijk dat ik direct beschuldigd ben door twee heren die er niet bepaald uitzagen als autoriteit. Ze zouden zich eerst moeten legitimeren en me niet meteen als een dader aan moeten wijzen.” De officier van justitie kan zich goed vinden in het verhaal van Liza. “Maar als ik de wet volg, had u zich gewoon moeten legitimeren. Ik wil u een voorwaardelijke boete geven van 90 euro. Dat bedrag ligt nu eenmaal vast als u zich weigert te legitimeren.” De rechter volgt de officier van justitie. “Het is wel een beetje klein en flauw allemaal.”