De 21-jarige Tomasz woont deels in Polen, deels in Roosendaal, waar hij werkt bij een sloperij. Het liefste wil hij samen met zijn vriendin een bestaan in Nederland opbouwen, maar dan zou hij wel iets aan zijn gedrag moeten veranderen; zijn strafblad begint flinke vormen aan te nemen. Tomasz heeft nogal de neiging om te stelen.
Zo ook op 14 november jongstleden. Hij verstopt vlees onder zijn jas en passeert daarmee de Aldi-kassa. ,,Ik was nog vóór de kassa, ik wilde gewoon afrekenen”, verweert Tomasz zich. Maar ja, de kassière en de filiaalmanager beweren dat het erna was. En dat Tomasz het vlees onder zijn jas verstopte, lijkt er niet op te duiden dat hij voornemens was te betalen.
Toen de politie arriveerde wilde Tomasz alsnog betalen, maar daar ging de politie niet mee akkoord. Hij stal het afgelopen jaar alleen al een fiets en ontvreemde tot driemaal toe goederen uit een supermarkt. ,,U lijkt er uw beroep van te maken”, zegt de rechter. Tomasz beweert dat er niets van waar is, maar zijn strafblad zegt wat anders. ,,U bent er voor veroordeeld, dus ik neem aan dat het gebeurd is.”
Tomasz zit momenteel al twee maanden in de gevangenis, wegens een optelsom aan diefstallen. Wat zijn plannen zijn als hij straks weer eens op vrije voeten is?,, Ik wil werk zoeken. Mijn ouders hebben al aangeboden me financieel te willen bijspringen in het begin. Dan kan ik woonruimte huren en het rechte pad bewandelen.”
De officier ziet in het proces verbaal dat het vlees diende voor een barbecue, later die avond. Ze wil hem 200 euro boete geven en een week voorwaardelijke gevangenisstraf. De advocaat van Tomasz zou graag zien dat hij straks, als hij ontslagen wordt uit de gevangenis, iets op kan bouwen. ,,Nu zet je ‘m op achterstand. Er moet louter iets voorwaardelijks komen”, vindt ze. De rechter is het daar niet mee eens. ,,Dit is niet de eerste keer, het moet afgelopen zijn met de waarschuwingen.” De geëiste geldboete blijft uit: de rechter zet Tomasz opnieuw in de gevangenis; hij moet nog vier dagen extra brommen.