Op 15 juni 2015 verscheen onderstaande Kantonrechter in BN DeStem.
De 42-jarige zakenman Rik rookte op station Breda buiten de rookzones. De boete van €97,- is nooit betaald, waardoor Rik voor de kantonrechter moet verschijnen.
“Ik moet u eerlijk bekennen: ik was wat verrast door de uitnodiging om voor u te verschijnen. Ik kan me het incident nog herinneren, maar ben me geen moment bewust geweest dat ik de boete niet betaald heb. Ik kan me nog herinneren dat de boete werkelijk van den zotte was. Ik had de intercity direct van Schiphol naar Breda en moest overstappen naar Tilburg. Mijn trein had wat vertraging, waardoor ik de overstap naar Tilburg miste. Station Breda was die dag bijzonder chaotisch. Ze zaten nog midden in de verbouwing die volgens mij nu nog gaande is. Op het perron stonden hekken en werd volop gebouwd. Er zat geen dak op het station, het was echt een bouwput. Ik heb gekeken naar een rookpaal, maar die zag ik echt nergens. Nou ja, open buitenlucht, chaos, ik zag niet zo veel problemen om de sigaret ter plekke op te steken. Ik werd aangetikt door een man, wat een agent in burger bleek te zijn. In plaats van mij te wijzen op een rookzone, beboette de man me direct. Bespottelijk. Dit hele incident is overigens twee jaar geleden, ik vind het eerlijk gezegd nogal zonde van mijn tijd. En de uwe, niet te vergeten.” Rik is strak in het pak en blijkt ook een zakenman. “Heeft u speciaal vrij moeten nemen om deze rechtszaak bij te wonen?”, vraagt de rechter zich af. “Nou, ik werk vandaag op ons kantoor in Breda, dus zo problematisch is dat niet”, geeft Rik aan. “Ik vind dat u gelijk hebt. Station Breda is natuurlijk al een tijdje een chaotische situatie, hoewel dat tegenwoordig al wat beter is. Maar het dak zat er toen nog niet op, er was een verbouwing gaande; uw redenen snijden natuurlijk hout. De agent heeft natuurlijk het recht u een boete te geven, dat is zijn werk. Het was wat mij betreft ook wat netter geweest als hij u gewaarschuwd had en u had gewezen op de rookzone, maar goed. Ik wil de boete omzetten in een voorwaardelijke boete van 97 euro”, bepleit de officier van justitie. De man prefereert de boete gewoon te betalen. “Ik werk bij een trustfonds. Onze klanten zijn onder andere banken. Een aantekening op een strafblad is voor hen al reden om weg te gaan. Dus een voorwaardelijke boete voor roken op het station: u begrijpt, dat lullige dingetje kan consequenties voor me hebben.” De rechter snapt zijn punt, maar: “Ook als wij u in het geheel vrij zouden spreken, zou uw komst naar de rechtszaal genoteerd staan. Alles wordt gewoon genoteerd. Maar er staat wel in grote letters achter dat het voorwaardelijk is. Dit maken we vaker mee, dat is in de praktijk nooit problematisch geweest, bij mijn weten.” Rik accepteert de voorwaardelijke boete. “Ik wacht af hoe het in de praktijk gaat en of dit voor mij en mijn bedrijf problemen oplevert, u doet ook gewoon uw werk”, zegt hij ietwat bedremmeld.