De Roosendaalse Rob en een vriend van ‘m lopen op 6 augustus 2018 vlak voor middernacht richting hun fietsen, na een bezoekje aan de Draai van de Kaai. Bij de kade is het een en ander afgezet met pylonen en buiten die afzetting vindt het duo een verdwaalde pylon. Gekscherend wordt bedacht om de pylon mee te nemen, om te gebruiken bij de voetbalvereniging. Maar nee. ,,We besloten ‘m veilig aan de kant te zetten, bij de brandweer. Nu stond hij echt in de weg”, legt de 50-jarige Rob uit. Natuurlijk, de mannen hebben behoorlijk wat gedronken bij het wielerfestijn en als grapje zet Rob de pylon aan zijn lippen en toetert er luid door. Een motoragent ziet en hoort het gebeuren en rijdt gedecideerd op het tweetal af. Volgens Rob gaat hij direct in de aanval: de twee zouden de pylon aan het stelen zijn.
,,We schoten direct in de lach”, geeft Rob aan. En dat was tegen het zere been van de agent. Volgens Rob pakte de agent hem beet, wat zorgde voor een gescheurd T-shirt. ,,Hij schreeuwde tegen me, werd haast agressief. Ik zette daarom wat stappen opzij.” De agent vraagt versterking en duikt op Rob: hij wil hem meenemen naar het bureau. Rob valt daarbij ongelukkig en breekt zijn pols. Inmiddels is hij er al tweemaal aan geopereerd en op zijn werk zorgde zijn kwetsuur voor problemen. Hij ontvangt vervolgens een boete van 239 euro.
,,Het gaat me niet eens om de boete, maar dat een agent in zijn eentje zo handelt vind ik zorgwekkend”, legt Rob uit. Want Rob werd meegenomen en in de cel als crimineel behandeld. Er loopt inmiddels een klachtenprocedure.
In het proces verbaal staat dat er veel alcohol in het spel is en dat Rob bijdehand was. ,,Het bleef constant opstandig, constant discussie”, valt er te lezen.
De officier van justitie vindt dat Rob zich nogal kinderachtig gedroeg. ,,Maar wat erna gebeurd is, klinkt schrijnend. Het is onduidelijk wat er precies gebeurd is, maar dat is in deze zaak ook niet van belang.” Hij vindt Rob schuldig, maar hij heeft al ruim voldoende hinder ondervonden van het gehele incident en wil daarom geen straf opleggen. ,,Kinderachtig, mja. Ik voel me soms nog wel eens een kind, dat kwam nu misschien even naar boven”, erkent hij. De rechter gaat mee: schuldig, zonder straf.