Deze Kantonrechter verscheen eerder op 22 februari 2016 in BN DeStem.
De 22-jarige Mohammed* uit Bergen op Zoom reed op 4 september 2013 zonder een geldig rijbewijs rond in Roosendaal. Hij weerspreekt dit fel. “De auto stond stil, ik zat op de bestuurdersstoel, maar ik reed niet.”
Als Youssef* een kennis ziet, zet hij de auto aan de kant en vraagt Mohammed even van plaats te wisselen. Mohammed gaat op de bestuurdersstoel zitten, Youssef op de passagiersstoel, waarna er een gezellig onderonsje tussen Youssef en diens kennis plaatsvindt. De politie komt langs, tikt op het ruitje van Mohammed en vraagt Mohammed naar z’n rijbewijs. Deze heeft Mohammed echter niet. “Ik heb helemaal niet gereden. Ik zat gewoon in een stilstaande auto op de bestuurdersstoel en heb niets gedaan dat niet mocht. Dit is het verhaal”, rondt Mohammed z’n verhaal af. “Is deze Youssef er toevallig om dit verhaal te bevestigen?”, vraagt de rechter zich af. Nee, Youssef is niet meegekomen, Mohammed is alleen. “Ik heb het wel gevraagd aan ‘m, maar veel te laat. Pas een paar dagen geleden. Hij had nachtdienst, dus hij wilde nu toch echt slapen en wilde dan ook echt niet uit bed komen”, legt hij uit. De rechter laat duidelijk blijken dit geen handige zet te vinden. “Een getuige is altijd goed te horen. Ik was er niet bij, dus ik moet me houden aan de feiten en aan uw verhaal. Nu moet ik uw verhaal gaan rijmen met het verhaal van de verbalisant.” En die twee rijmen niet bepaald, voegt hij eraan toe. De politie zag Mohammed immers echt rijden, blijkt uit het proces verbaal. “Toen de politie op m’n raampje klopte, stonden we al zeker vijf minuten stil. Waarom zo lang wachten? Natuurlijk hebben we juist in die tijd van plek verwisseld, we stopten omdat Youssef die kennis zag”, herinnert Mohammed zich De officier van justitie gaat uit van de politie. “U zegt te weten wat de politie gezien heeft, maar u weet nooit wat de politie gezien heeft. Als de politie zegt dat zij u hebben zien rijden, dan heb ik eigenlijk geen enkele reden om daaraan te twijfelen”, stelt hij. Mohammed heeft het verzoek ingediend aan de dienstdoende agent om ook aanwezig te zijn bij de rechtszaal. “De agent herinnert zich niets meer van deze zaak, wat natuurlijk logisch is. Het is tweeëneenhalf jaar geleden en dit is dagelijks werk voor hem”, legt de rechter diens afwezigheid uit. De officier van justitie blijft bij z’n standpunt en eist een boete van €390,-. “Ik kan het me anders nog uitstekend herinneren”, werpt Mohammed tegen. De rechter hakt de knoop door. “U hebt de schijn ook flink tegen: u bent al vaker bekeurd zonder rijbewijs, dit is niet de eerste keer. Ik vind uw verhaal ook echt ongeloofwaardig. Neem dan getuigen mee.” De rechter stipt nog eens de gevaren aan voor het rijden zonder rijbewijs. “Ik leg u de geëiste boete op en ook een week voorwaardelijk. De volgende keer gaat u achter de tralies, wil ik daarmee zeggen. Voorkomt u dat.” Mohammed accepteert de straf niet zonder meer. Hij gaat er over nadenken.
*Om de privacy van de hoofdpersoon te beschermen is dit een gefingeerde naam.
