Een ‘onmogelijke’ snelheidsovertreding in Almkerk
De 40-jarige Jan uit Giessen rijdt op 16 januari 2015 met een snelheid van 128 kilometer per uur over een weg nabij Almkerk. Hier geldt echter een maximum van 80. Deze forse snelheidsovertreding geschiedt vlak na middernacht; Jan zelf trekt die waarneming nadrukkelijk in twijfel.
De rechter heeft ook al direct zijn bedenkingen. Volgens het proces verbaal is Jan gedurende duizend meter door de politie gevolgd. Zij hielden daarbij een afstand van vijfhonderd meter tot Jans auto. ,,Dat verbaast me, vooral ’s nachts lijkt me dat toch wel een hele forse afstand. De politie is hier natuurlijk op getraind, houden uw verlichting bijvoorbeeld in de gaten ten opzichte van stilstaande objecten aan de kant van de weg, maar dan nog.”
Jan schetst wat er volgens hem die nacht gebeurde. Hij rijdt in een door hemzelf genoemde ‘sportieve auto’. ,,Dus dat valt denk ik al wel op. Maar als ik gas geef, maakt dat bovendien veel ronkgeluid.” Als hij een rotonde verlaat, geeft hij dan ook gas. In tegengestelde richting komt de politie aangereden, die in dit geluid klaarblijkelijk reden zien om Jan te controleren. Zij nemen diezelfde rotonde, om de achtervolging op Jan in te zetten. ,,En daar gaat het in mijn optiek mis. De volgende rotonde is nog geen kilometer verder weg, daartussen moet ik deze snelheid volgens de politie gehaald hebben en dat kan gewoon niet”, legt hij uit. Volgens Jan kan hij binnen die afstand immers nooit de 128 gehaald worden. Die 128 is overigens een vaststelling na correctie, de daadwerkelijke snelheid die hij volgens de politie gehaald moet hebben is 140 kilometer per uur.
Ook de officier van justitie vindt de meting toch wat discutabel. ,,Maar: het is een lange, rechte weg. Er is dus wel altijd zicht op uw auto geweest. Maar vijfhonderd meter afstand ’s nachts is ook mijns inziens echt wat ver. Maar dat u flink te hard gereden hebt, lijkt me wel een feit. Die constatering is voor mij leidend in mijn eis.” Dat is normaliter een bedrag van 610 euro, maar omdat het feit al zo lang geleden is eist de officier een bedrag van 300 euro. Jan blijft het ermee oneens. ,,Omdat het onmogelijk is. Er wordt hier gezegd dat de afstand tussen de rotondes duizend meter is, maar ik heb nagemeten: die afstand is zevenhonderd meter. Kortom, ze kunnen me gewoon geen kilometer gevolgd zijn.” De rechter gaat mee met Jan. Er is teveel twijfel, het is allemaal iets te vaag. Jan wordt dan ook vrijgesproken.