Deze Kantonrechter verscheen op 7 december 2015 in BN DeStem:
De 28-jarige Mustapha uit Raamsdonk kwam aangifte doen bij de politie in Oosterhout. Hij parkeerde zijn auto op het privéterrein van het politiebureau. Dat is niet toegestaan, waarop hij een boete kreeg. Waarom parkeerde Mustapha uitgerekend daar?
Als Mustapha op woensdag 31 oktober 2012 aangifte wil doen voor een mishandeling, blijken alle parkeerplekken rond het Oosterhoutse politiebureau bezet. Waar wel plek is, staan verbodsborden. Hij rijdt naar het parkeerterrein van de politie zelf en drukt op het knopje bij de slagboom. Zo komt hij in contact met de portier van het politiebureau. “Het was niet eens m’n idee dáár te parkeren. Ik vroeg hem alleen of hij toevallig wist waar in de buurt nog meer parkeerplekken waren. Ik kon m’n auto natuurlijk best op een stoep parkeren, maar ik heb helemaal geen zin in een boete. Ik zocht een plek in de buurt waar m’n auto zonder problemen kon staan.” De parkeerplaats van de politie is nagenoeg leeg en de portier nodigt Mustapha uit op het privéterrein, om z’n auto daar maar even neer te zetten. De slagboom gaat open, Mustapha noteert voor de zekerheid de naam van de portier. Eenmaal geparkeerd, komt een politieagent kwaad naar Mustapha toe. “Dat het hier ten strengste verboden is te parkeren. Ik kreeg gelijk een boete. Ik verwees nog naar de portier, maar daar had de agent geen boodschap aan: het is gewoon verboden.” De officier van justitie vraagt zich af waarom Mustapha eigenlijk aangifte kwam doen. “Goede vraag. Ik kwam in die tijd vaak op het politiebureau. Ik was geen lieverdje, dat geef ik direct toe. Toen kwam ik denk ik om een mishandeling te melden, maar misschien ook niet. Ik kan het me niet precies meer herinneren, ik kwam er toen zo vaak.” De officier van justitie heeft een tamelijk hartverwarmende uitleg voor Mustapha’s bezoek. “Ik lees hier dat u een bloemetje kwam brengen voor een zieke wijkagent. Zo staat het in ieder geval in uw proces verbaal. U had daar wel eens aanvaringen mee, maar blijkbaar gunde u ‘m toch het allerbeste?” Mustapha knikt. “Zou ook kunnen. Hij is een agent die z’n werk gewoon doet, ik was een vervelend mannetje in die tijd. Ik had altijd veel respect voor ‘m, dus ik heb inderdaad wel eens bloemen gebracht, misschien was dat toen wel.” De officier van justie eist vrijspraak. Ja, het is inderdaad verboden terrein, maar doordat de portier de slagboom opendeed, kreeg Mustapha wel degelijk expliciete toestemming. Hij deed in ieder geval niet willens en wetens iets verkeerd. “Er staan bij het terrein zelfs geen verbodsborden, als het goed is. De slagboom is het verbodsbord en die werd opgeheven. Letterlijk, zou je zelfs kunnen zeggen.” De rechter kan zich vinden in de vrijspraak en gaat daar dan ook in mee. “Hier heeft u feitelijk nikets verkeerd gedaan. Ook aan uw strafblad te zien bent u zich goed aan het gedragen de laatste jaren. Houdt u dat vol, hier heeft u in ieder geval geen enkele schuld.”