De 60-jarige Hendrik uit Sprang Capelle reed op 12 februari 2018 met een snelheid van 86 kilometer per uur door een bebouwde kom in zijn woonplaats. Je mag er 50. Hendrik ontkent het ook niet, maar hij vindt de boete van 450 euro wel erg hoog.
Hendrik was die dag op weg naar het ouderlijk huis. Enkele dagen ervoor was zijn vader onverwacht overleden, dus, erkent hij: ,,Ik was er met mijn hoofd ook niet helemaal bij.” Maar die 450 euro vindt hij toch wel een erg hoog bedrag. ,,Ik moet al keihard werken om het hoofd boven water te houden.” De rechter vraagt door, want: ,,Heel veel Nederlanders moeten dat. Concretiseer uw situatie eens.”
Hendrik legt uit dat hij onlangs zijn zaak verkocht heeft. Zonder winst, maar ook zonder schulden. Hij is nu freelancer en in die rol zoekt hij naar inkomsten. Momenteel zijn deze onder het bijstandsniveau.
De deur van de rechtszaal gaat plots open, een agent komt binnen. Er staat een auto op de stoep van het gerechtsgebouw geparkeerd en dat mag niet. Het blijkt de auto van Hendrik. ,,U hebt geluk dat we aan het staken zijn, maar ik zou uw auto toch maar ergens anders neerzetten”, klinkt het. Hendrik, ietwat bedremmeld: ,,Ik wist dat ik daar niet mocht staan, maar bij de supermarkt is het maar anderhalf uur gratis.” De rechtszaak wordt even onderbroken.
Na een half uur wordt de zaak hervat. De rechter grijnst: ,,U eh, heeft wat betreft verkeersovertredingen een blanco strafblad, dat pleit wel voor u.” Maar waarom dan toch zo hard gereden op die dag zelf? ,,Mijn familie belde op waar ik bleef, de volgende dag was de begrafenis al. Toen ik aangehouden werd ben ik ook tekeer gegaan tegen de agenten, waarop ik direct mijn excuses aanbood. Dat was onverstandig, ik heb geen ervaring met dit soort dingen. Nogmaals, ik ontken niets, ik zie alleen huizenhoog op tegen die boete.”
De officier van justitie kan zich, gelet op de omstandigheden van Hendrik, best iets voorstellen van wat er gebeurd is. ,,Maar tegelijkertijd: moet je dan in de auto stappen? Zo hard binnen de bebouwde kom is gewoon levensgevaarlijk”, roept hij in herinnering. Hij wil toch de boete wat matigen: het wordt 500 euro, waarvan de helft voorwaardelijk. Hendrik is blij met de eis, want dat hij straf verdient vindt hij zelf ook. De rechter benadrukt de zwaarte van zijn overtreding. ,,Als u met die snelheid iemand aanrijdt, is het leed nog veel groter. Dat klinkt Roomser dan de Paus, maar dat moet ik wel gezegd hebben.” Hij volgt de eis van de officier van justitie.