Deze Kantonrechter verscheen eerder op 7 maart 2016 in BN DeStem:
De 47-jarige Bram* uit Eindhoven reisde altijd veel met de trein, maar betaalde daar in 2014 vaak niet voor. Voor zeven onbetaalde ritjes zit hij vandaag voor de kantonrechter. Hij was op dat moment overspannen, verklaart hij.
“U reist kennelijk graag met de trein, maar u betaalt er niet graag voor?”, zet de rechter de zaak gelijk op scherp. Bram zit er gespannen bij, z’n ademhaling is door de hele rechtszaal goed te horen. De rechter leest alle reizen voor waar Bram betrapt is zonder kaartje, met daarbij de opgegeven reden van Bram. Al snel interrumpeert Bram de rechter. “Ik zit hier maar voor twéé zaken hè! Dat staat hier!”, roept hij in paniek, woest tikkend op een A4’tje dat voor hem ligt. “Nou nee… Het zijn zeven zaken”, meldt de rechter onverstoorbaar, waarop Bram resoluut opstaat. Hij loopt naar de rechter toe en laat hem haast agressief de brief van de rechtbank zien. “Meneer Bram, gaat u weer zitten. U heeft precies dezelfde brief voor u als ik hier heb liggen. Er staan op uw brief inderdaad twee zaken uitvoerig beschreven, maar kijk: als u de brief helemaal leest, staan hier de overige vijf feiten.” Bram kijkt er verbouwereerd naar en gaat verslagen weer zitten. Hij houdt de brief stevig vast in z’n vuisten, z’n handen beven enorm. Terwijl de rechter doorgaat met het opsommen van Brams treinreizen, verfrommelt hij de brief met veel kracht: de frustratie zit diep bij Bram. “Maar waarom betaalt u nog steeds niet voor uw kaartjes? U heeft zelfs al in de gevangenis gezeten wegens zwartrijden?”, is de prangende vraag van de rechter. “Ik was overspannen! Ik heb m’n lesje geleerd, ik doe het niet meer!”, gilt Bram. “Waaróm heeft u uw lesje gehad?”, vraagt de rechter. Bram geeft aan genoeg straf gehad te hebben en pertinent niet meer zwart te rijden met de trein. “Het valt me op dat u altijd in hoger beroep gaat tegen de boetes. Is het niet eenvoudiger gewoon te betalen voor uw treinkaartje, want u krijgt zo te lezen nooit gelijk?”, is de rechter streng. Bram merkt dat hij het hier niet gaat winnen en blijft stilletjes zitten. “Ik wil in ieder geval nooit meer de gevangenis in”, smeekt hij. “Liever een werkstraf. Maar ik doe het nooit meer, ik heb al sinds 2014 niet meer zwart gereden”, voegt hij eraan toe. Bram heeft een Wajong-uitkering, een geldboete heeft ook niet erg veel nut. De officier vraagt een voorwaardelijke gevangenisstraf. “Omdat u dat klaarblijkelijk zo’n heftige straf vindt, hoop ik dat u daarmee uw lesje écht leert. Betaal gewoon voor uw ticket, de trein is een vervoersmiddel dat simpelweg niet gratis is.” De rechter maakt er twee weken voorwaardelijke gevangenisstraf van. “En ik wil u gewoon niet meer zien bij de kantonrechter. Niet bij mij, niet bij mijn collega’s”, voegt hij daar aan toe. Bram is opgelucht, het volume van z’n stem daalt. Met veel emotie in z’n stem belooft hij beterschap. “Nooit meer! Ik wil nooit meer de gevangenis in”, fluistert Bram voor een laatste maal.
*Om de privacy van de hoofdpersoon te beschermen is dit een gefingeerde naam.