Voor B-Side Rats schreef ik ook een column. Hier een andere variant.
Tegen mijn ouderlijk huis aan staat een elektriciteitshuisje. De deur ervan staat een kleine drie meter van onze garage. De tussenruimte is logischerwijs een muurtje. Dat muurtje was ons doeltje; het huisnummer 24 in de bovenhoek -naar ik meen, op Google Maps is het huisje nu volledig overwoekerd met natuur- was de kruising. Hier voetbalden we heel dikwijls. Fanatiek en vol overgave. Het geluid dat een schot in die kruising teweegbracht was optimaal genot.
Jaap en ik konden vreselijk hard poeieren en zorgden ongetwijfeld voor geluidsoverlast. We speelden meestal samen: een-tweetje, schot op doel. Door de lucht of over de grond. We bootsten situaties na. Zetten ingenieuze aanvallen op. Ons samenspel ging als vanzelf, we wisten heel goed hoe we bewogen. Soms keepte ik en schoot Jaap. Dan pareerde ik die poeiers met mijn blote handen. We hadden altijd enorme lol, maar voetbalden wel serieus. De overbuurman keek vaak geërgerd toe. En kwam ziedend naar buiten als de bal inderdaad in zijn tuin belandde.
Op die dag speelde NAC tegen Dordrecht ’90. De Krommedijk. Ik was er vorige week weer. Dat stadion is het allerbeste wat Nederland te bieden heeft. Kleinschalig en krakkemikkig, een jaren ’80-vibe. We zaten op houten bankjes. De toiletten bevonden zich in het spelershome. Het voelde aan als kantine. De spelersvrouwen kochten er in de rust zakjes chips. Ondenkbaar in andere stadions.
Doet er niet toe.
We hebben het nu over 1995. 12 maart, zondagmiddag. Eens in de zoveel minuten staakten Jaap en ik ons spel en raasden naar binnen. Naar teletekst, om de tussenstand van Dordrecht ’90 – NAC te raadplegen. Het werd 2-5. Viermaal de Australiër en held-van-velen Graham Arnold. We juichten gepassioneerd. Scandeerden zijn naam op straat. Gra-Ham-Arnold, lalalalalalala. Wát een man. Viermaal scoren. Het is geweldig.
Ik denk niet dat ik ooit de beelden ervan gezien heb. Alleen de uitslag en statistieken zijn mij bekend. Dat Arnold die middag op dreef was, stond voor mij wel vast. Viermaal scoren. Het is geweldig.
Momenteel zijn NAC-supporters boos dat betaalzender FOX Sports de wedstrijden van NAC niet live uitzendt. Of nou ja, niet gegarandeerd. Dordrecht – NAC bijvoorbeeld niet. NAC – Helmond Sport, aanstaande vrijdag, wél. Maar het gaat om de uitwedstrijden. Die zien we nu niet. De thuisblijvers voelen zich bestolen. Dáár betalen we toch niet voor?
Ikzelf heb nooit een abonnement op FOX gehad. Bij mij draait het ook alleen om NAC en als ik wil kijken, kijk ik in een café. Maar liever nog: niet. NAC kijk je niet om het voetbal. Daar is het echt te slecht voor. En dus te frustrerend. Het irriteert. De uitslag horen is prima. En als ze gewonnen hebben, wil ik de samenvatting ook nog wel zien. Anders: laat maar.
Lief FOX. Het is goed zo. Zend het niet uit. Laat het radiostation van NAC, 076Radio, maar door de kroegen schallen. Dan hebben we beeld in onze fantasie. Iedere aanval met stemverheffing. ,,Ilic. Ilic draait weg en kan zo één, twee, drie meter naar het doel. Ilic. Hij heeft mogelijkheden. Stokkers vraagt de bal, maar staat in de dekking. Ilic lijkt de buitenkant te prefereren. Een kort passje op El Allouchi. Wat gaat hij doen…” Zie je? Hier gebeurt niets. En toch is het spannend. In je hoofd gebeurt er wat. De fantasie slaat op hol, fantasie leidt tot hoop. Fantasie leidt tot een veel beter NAC dan de werkelijkheid. Het café luistert ademloos. Het biertje in de hand. Je kijkt elkaar aan. Je vrienden, tot onbekenden. Je hart bonkt. Je luistert. Je ziet NAC voor 80.000 supporters in Dordrecht het heft in handen nemen en hen overrompelen. De wedstrijd domineren en de één na de andere Champions League-achtige aanval opzetten. De onthouding van de beelden zorgt voor de meerwaarde. Beelden maken alles kapot. Beelden zorgen ervoor dat NAC niet meer is dan een clubje in de krochten van het betaalde voetbal.
Ik ben voorstander. In mijn fantasie zie ik Jaap en mijzelf nog voetballen. Dat we keihard konden poeieren is misschien een herinnering die niet helemaal gestoeld is op waarheid. Jaap kon dat misschien. Ik struikelde vooral over de bal. Trucjes mislukten finaal, de bal belandde dikwijls vol op mijn neus en mijn keeperwerk was ook niet spectaculair. Maar daar zijn geen beelden van, hooguit op ons netvlies. En daar kunnen we nog heerlijk op terugkijken, met een iets andere beleving.