‘Voor flesje wijn behandel ik straks nog iedereen’

BREDA – ,,Fysiotherapeut ben je 24 uur per dag, zeven dagen per week.” Jan Martens (70) zit op 31 maart aanstaande precies vijftig jaar in het vak. Op 1 januari 2020 stopt hij ermee.

Hij is zojuist geopereerd aan staar. ,,Mijn zicht is daardoor wel verbeterd, maar het moet nog wel wat tot rust komen”, glimlacht hij. Direct steekt hij van wal, terwijl hij nog op de receptiestoel zit van praktijk In-Motion in Princenhage. ,,In 1976 heb ik hiernaast een praktijk gebouwd. Met m’n eigen handen”, vertelt hij trots. In 2005 begon hij een samenwerking met Carlo Foesenek, niet veel later sloot ook René ’t Hooft aan en zo ontstond deze huidige moderne praktijk. 

Eigenlijk zou Martens gewoon boer worden, net als zijn vader. Deze had een bedrijf op de Steenakker, waar nu het NAC-stadion staat. Op de lagere school bleek hij echter een goede leerling te zijn, die het gymnasium aan kon. ,,Mijn moeder steunde me daarin. Ik ging naar Oosterhout en daar keek ik mijn ogen uit. Ik was gewend om op straat te voetballen, maar daar waren échte velden met goals. Ik wist gelijk: hier moet ik heen.”

Na zijn middelbare school was een medicijnstudie geen optie; deze duurt te lang en is te ver weg. Hij deed een beroepskeuzetest, want hoe kon hij zijn passies sport, gezondheidszorg en zelfstandigheid combineren? ,,Die man waar ik mee sprak had een zwager die fysiotherapeut was. Anders was ik er nooit opgekomen, zo bekend was het in die tijd nog niet. Deze optie kwam keihard binnen.” Zijn vader vond het maar een gek vak, maar accepteerde de keuze van zijn zoon.

Stages volgden bij het Dongenmond Ziekenhuis in Raamsdonksveer en bij het Laurensiusziekenhuis in Breda. Hij komt in contact met Medisch Centrum De Klokkenberg, waar eveneens twintiger ‘mevrouw Baudoin’ -hij spreekt de naam met respect uit- bezig is een praktijk te starten. Hijzelf snakt naar zelfstandigheid en stelt voor in de weekends te werken. ,,Niemand deed dat. Het bracht mijn eerste geld op en ik werd op die wijze onmisbaar.”

In 1969 ging hij bij Beek Vooruit voetballen en hier behandelt hij gratis zijn teamgenoten. ,,Je moest een doorverwijzing krijgen van de huisarts, dat is inmiddels gelukkig niet meer. Veel van die jongens komen nu nog bij me; het heeft indirect heel wat opgeleverd.” Want ja: die teamgenoten werden trainer bij diverse clubs en zo bereidde zijn kring uit. Hij werkte daarnaast 16 jaar bij NAC, totdat de club naar Zundert verhuisde.

Het vak werd zijn roeping. Geen vaste tijden, maar ten alle tijden klaarstaan; hij kreeg het van thuis uit mee. ,,De koe bepaalde bij ons wanneer je werkt en zo is het in de fysiotherapie ook. Bovendien: melk in het weekend levert niet meer op dan doordeweeks, maar het moet wél gebeuren.”

Martens praat honderduit over zijn carrière. Onophoudelijk. Strooit met feitjes, met jaartallen. Legt zakelijke keuzes uit, onrustig bladerend in aantekeningen. Maar toont ook onmiskenbare liefde voor het vak. ,,Uiteindelijk moet iemand beter worden, dat is het uitgangspunt. Voor mij is dit geen werk. Voor een flesje wijn behandel ik straks nog gewoon iedereen.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Translate »