BREDA – Als een Romeinse eenheid, letterlijk vierkant achter een geel en zwart spandoek met ‘The Yellow Army’ als opdruk, schuifelen de NAC-supporters richting het Rat Verlegh Stadion. Zo’n vijfhonderd waren het er; nog zo’n tweehonderd NAC’ers zwermen eromheen met de fiets.
‘Achter de vlag’, wordt gescandeerd. De eenheid moest koste wat het kost bewaard blijven, als signaal naar het loshangend zand dat NAC op het veld heden ten dage is. ,,Winst vandaag is het enige dat telt”, klinkt supporter Theo Kloet strijdbaar. ,,Tegelijkertijd zou winst een druppel op de gloeiende plaat zijn. We zijn er dan nog lang niet.” Maar, bepleit hij eens te meer: winst tegen FC Groningen zou de weg omhoog kunnen betekenen. Verlies, daarentegen, zou het moraal binnen de club definitief neerslaan. Dan is degradatie angstvallig dichtbij.
Springende meute
Ouders en hun kinderen kijken in Tuinzigt naar de voorbijtrekkende meute. Ze zwaaien, met een NAC-sjaal in de hand. Oma zetelt achter het raam en bekijkt vanaf deze plaats de zingende en springende meute. Er wordt vuurwerk afgestoken. De politie houdt een scooter tegen. Hij heeft eten bij zich en is op weg naar een klant. Ze adviseren hem toch maar even om te rijden, de Tramsingel is haast ondoordringbaar om doorheen te rijden.
,,Ze bewandelen wel de meest logische route, een soort Koningsroute. Dwars over de straat”, grijnst Kloet. ,,En zo hoort het.” Nieuwe Prinsenkade, Tramsingel, Lunetstraat; de wegen zijn een tijdje niet toegankelijk voor verkeer. Het ‘Overal waar we komen’ klinkt massaal bij de sportschool, de galm onder de spoorbrug moet tot in de kleedkamer van de NAC-selectie te horen zijn geweest. In het stadion liggen gele werplinten en talloze vlaggen: de supporters zijn er klaar voor, het is de beurt aan de elf op het veld.