‘Een sousafonist is traag, loom, maar een boegbeeld’
BREDA – In het Rat Verleghstadion geldt tijdens wedstrijden van NAC al jaren een trommelverbod. Ook vuvuzela’s zijn er verboden. Zaterdagochtend namen ongeveer 80 sousafonisten plaats op de B-Side en weerklonk een oorverdovend, doch melodisch geschal. Het betrof de generale repetitie voor een groots en uniek optreden tijdens het Spanjaardsgat Festival, in het kader van Breda Eert Sousafoon.
Op zaterdag 20 mei staan liefst 150 bespelers van dit blaasinstrument, afkomstig uit heel Nederland, op het ponton van het Spanjaardsgat. Het concert is een eerbetoon aan John Philip Sousa (1854 – 1932), de uitvinder van de sousafoon. ,,Naast de grote trom is een sousafoon de basis van veel orkesten. Daaromheen kunnen andere instrumenten soleren”, weet deelnemer Karel Dollekens uit Breda. ,,Ik zag de oproep op social media en vond dit echt een once in a lifetime-kans. Ik bespeel het instrument al zestien jaar, maar dit gaat me ongetwijfeld een berg kippenvel bezorgen.”
Dirigent Hans Bloemen verwacht geen muzikaal hoogstandje. Op 11 maart jongstleden leidde hij in gemeenschapshuis Vianden al 58 sousafonisten voor een eerste repetitie, dit is de tweede en laatste keer voor 20 mei. Een groot deel van de deelnemers spelen derhalve tijdens het evenement voor het eerst mee. ,,Maar het geeft wél een mooi en vol geluid en ik vind het ook echt humor. Een sousafonist is niet gewend om melodieën te spelen, vormt normaal juist de ritmische bas. En nu wordt die melodie wel van ze verwacht. Als dirigent is dit zeker een uitdaging; het zijn immers 150 zelfde instrumenten. En die sousafoons zijn groot, dus ik zie de bespelers die achterin staan niet eens.”
Breda Eert Sousafoon vangt om 11 uur aan op de Grote Kerk. Samen met stadsbeiaardier Paul Maassen bestijgen negen sousafonisten de toren, om het evenement te openen. Vervolgens gaat de hele stoet via café De Beyerd terug naar de Grote Markt en vanuit daar door naar het Spanjaardsgat. Beeldend kunstenaar Juup Luijten (25) verzorgt de choreografie voor de 150 deelnemers. ,,Ik ben fan van de sousafoon, voor mij is dit nu echt de opdracht der opdrachten. Mijn ene opa was dirigent in Maastricht, mijn andere opa zat in een fanfare. Een sousafonist is heel traag en loom. Een vertrouwenspersoon, een boegbeeld. Ik vond dat altijd machtig.”
Een sousafoon rust op haar bespeler. ,,Het is een verlengde van het lichaam. Het effect van het instrument is al heel groot, waardoor de choreografie geen grote gebaren zal hebben.” Luijten geeft de sousafonisten niet teveel opdrachten mee. ,,Nee, er kan zaterdag ook nog veel veranderen. Ik denk dat de mars door de stad al geweld genoeg is, dus wellicht zal mijn inmenging alleen op het ponton zelf zijn. Denk daarbij aan rijen, in groepjes en in cirkels.”