BREDA – ,,Ik ben hier voor de zekerheid bijtijds gekomen, zodat ik de twee shirtjes die ik wilde scoren veilig kon stellen. Dat is alvast gelukt”, grijnst Thomas Beute, die nog lang niet klaar is met shoppen. De Loodsverkoop van NAC lijkt een schot in de roos te zijn. Direct bij opening speurt men hutjemutje naar koopjes; alles wat hier ligt kost hooguit tien euro. NAC-verzamelaar Beute toont trots de door hem vergaarde wedstrijdshirts van Giovanni Korte en James Horsefield. ,,Tja, dit zijn mijn favorieten. Iemand als Anthony Lurling natuurlijk ook wel, maar deze twee jongens zijn we over tien jaar vergeten. Dat maakt het des te mooier.”
Stadionmanager Martijn Schinning stuitert enthousiast door de ruimte. ,,Twee jaar geleden zijn we dit begonnen. Toen werden we volledig overvallen door de animo. Nu hebben we het iets professioneler aangepakt, maar kijk om je heen: wat een drukte”, glundert hij. Het idee: de wedstrijdshirts van de selectie en van de jeugd verandert ieder jaar. ,,En dus ligt hier het restant van de afgelopen twee jaar, aangevuld met merchandise dat we niet meer verkopen. We verkopen dat nu voor zachte prijsjes. Niet ieder jaar, maar eens in de twee jaar willen we dit wel blijven doen.” En dus vult deze loods achter Vak G zich met verzamelaars en koopjesjagers. Sander Remery speelde in het seizoen 2015/2016 bij NAC in de jeugd, in één team met Bodi Brusselers en Richelor Sprangers. Trots laat hij het NAC-shirt uit de Eredivisie zien. Met nummer 45. ,,Dat is het rugnummer van Richelor, zíjn shirt. Dat zocht ik; ik ben supporter van NAC en heb met hem samen gevoetbald.” Zijn eigen nummer 14 uit de jeugd? Dat vond hij hier niet.
Richard en Karin van Hoof uit Zundert waren hier twee jaar geleden ook en besloten bijtijds te komen. Ruim voor aanvang van de opening vormde zich in de regen en invallende duisternis al een fikse rij op het desolate terrein achter Vak G. ,,We zijn op zoek naar shirtjes, broekjes en trainingspakken voor de jongens thuis. En dan het liefste de originele spullen, niet de merchandise. En dat ligt hier erg betaalbaar. Ze zijn inmiddels uit hun oude kleren gegroeid, vandaar. Ik hoop wel dat we hier kunnen pinnen, dat kon vorige keer nog niet.” Ditmaal wel, de Loodsverkoop van NAC is inderdaad iets professioneler. Met een in- en uitgang en alle waar keurig uitgestald. Schinning: ,,En alle inkomsten komen gewoon ten goede aan NAC.”