BREDA – Hij is nog maar 1.30 meter en weegt slechts 28 kilo. Maar de 10-jarige Kenji Marijnissen staat zijn mannetje in de boksring. Valt zijn opponenten zonder schroom aan, ook al zijn ze vaak twee koppen groter. Zijn bijnaam in het circuit: Kenji de Smurf. Maar wel een smurf die al tweemaal wereldkampioen werd en al een Europese titel binnenhaalde in zijn leeftijdsklasse.
Kenji heeft een ietwat verlegen, vertederende glimlach. Eenmaal in de ring verdwijnt deze. Dit is een showmannetje, dat zijn sport uitermate serieus neemt. Zijn moeder Corina zorgt bij de wedstrijden voor zijn outfit, vol glitters en felle kleuren. ,,De meesten van mijn leeftijd doen niks met presentatie, maar ik vind dat het erbij hoort.”
Als hij vier jaar oud is nemen zijn ouders hem mee naar een kickboksschool. ,,Hij moest van ons sowieso zwemmen en daarnaast een sport naar eigen keuze. Een vechtsport zorgt voor zelfvertrouwen en discipline”, legt zijn vader uit. Kenji was direct verkocht en is dat nog steeds. Inmiddels traint hij in Den Haag, bij Total Training Center van Hans Massing. Hier krijgt hij alle ruimte en begeleiding. Vijfmaal per week, drie uur per dag. ,,School mag er natuurlijk niet onder lijden. Zolang hij goede cijfers haalt, steunen we zijn fanatisme. En voorlopig haalt hij deze ook”, klinkt het trots.
Zijn specialisme? De frontkick in de buik. Maar zijn stoten zien er minstens zo indrukwekkend hard uit. En: Kenji is nooit bang. Voor niemand. En valt eenieder zonder enige schroom aan. Zijn ouders glimlachen. Lopen zelf soms blauwe plekken op. Dat is niet erg, zeggen ze. Dat hoort er toch bij? Weer die glimlach. Een keuze tussen grootheden als Badr Hari en Rico Verhoeven laat zich raden. ,,Rico. Hij is altijd in vorm, altijd met zijn sport bezig. En hij is zo normaal gebleven”, legt hij uit. Ontmoet heeft hij ze nog nooit. Wel Jamal Ben Saddik, nog zo’n grootheid. Hij wil uiteindelijk de top bereiken. Eerst maar eens groeien en meer massa krijgen. En in de tussentijd: trainen, vechten, trainen, beter worden.
Inmiddels bokst hij nauwelijks nog wedstrijden in Nederland, maar zoekt hij het over de grens. In zijn leeftijd- en gewichtsklasse zijn er immers maar weinig. Zijn favoriete tegenstander? Een Thai. ,,Die gaf meer trappen dan dat een Europeaan doet. Ik moest bij hem andere technieken gebruiken, dat was leuk. En uitdagend. En ik won van hem”, klinkt het vrolijk.
Kenji houdt zijn steeds populairder wordende Instagramaccount Smurfkenji hoofdzakelijk zelf bij. Plaatst foto’s. Stoere, haast boze blik. Glanzend bovenlijf, in vol ornaat. Ook bij een nederlaag laat hij dat zijn ruim 2300 volgers weten; ook dat hoort er bij.
Zijn ouders steunen hem waar ze kunnen. ,,Hij wil het echt zelf. We rijden dagelijks naar Den Haag en hij heeft er altijd zin in.” En iedere dag komt hij om half 10 weer thuis. Twee uurtjes in de auto, drie uur boksen. Dan is hij moe, maar tevreden. En heeft alweer zin in morgen.
—
Kenji begon bij de Bredase sportschool Fight 4 Victory, waar vooral aandacht is voor jonge kinderen. Maar Kenji wilde meer. Vaker trainen. Hij stapte daarom over op Hemmers Gym, waar die mogelijkheid er was. Maar Kenji bokste hier vooral met volwassenen. Leerzaam, maar er was minder oog voor zijn eigen ontwikkeling. Zijn ouders zochten verder en vonden wat ze zochten in Den Haag. Bij Total Training Center van Hans Massing in de residentie krijgt hij juist de ruimte. Hier trainen zo’n 150 tot 200 kinderen, zegt Massing. ,,Het gaat ons vooral om zelfvertrouwen, discipline en respect. Voor jezelf opkomen, niet in de schulp kruipen. Leren articuleren ook, bijvoorbeeld. Wij richten ons dus niet alleen op het vechten, maar helpen ook met het huiswerk. Dat is uiteindelijk toch het allerbelangrijkste. Het is die combinatie”, legt Massing uit.
Hij lacht als Kenji ter sprake komt. ,,Zijn ouders wonen ver weg en steken er enorm veel tijd in. Hij zit hier al anderhalf jaar, de meeste kinderen blijven hier niet zo lang.” Kenji krijgt privélessen, waar hij meer persoonlijke aandacht krijgt. ,,Het is een hele lieve jongen, maar zodra het belletje gaat, gaat de knop om. Gaat hij de strijd aan. Hij zegt weinig, maar doet heel veel. Zijn ouders hebben er enorm veel voor over, maar je merkt dat het voornamelijk uit hemzelf komt.”
Of Kenji talent heeft? Ja, zeker, zegt Massing. ,,Maar dat
zegt niks. Ik zie echt vaker talent hier. Maar hoe ontwikkelt zich dat? Straks
komen de meisjes, of andere leuke dingen in het leven. Ik blijf daarom
sceptisch, ook om hem te beschermen.” Als wedstrijden of toernooien op het programma
staan, worden de kinderen eerst gevraagd. Zonder overleg vooraf met de ouders.
,,Ouders willen vaak meer, happen vaak toe. Ik wil dat de kinderen het zelf
willen. Kenji’s ouders pushen niet, voor mijn gevoel. Kenji wil het zelf. En
zij steunen hem bloedfanatiek.”