HupNAC: ‘Op de tribune denk ik aan Kevin’

HupNAC. Sjaak van Bergen: ‘Op de tribune denk ik aan Kevin’

STAD AAN ’T HARINGVLIET – Het is 22 oktober 2010 als NAC thuis verliest van Roda JC (1-2). Sjaak van Bergen (toen: 50), zoon Kevin (22), Leen (55) en diens zoon Leon (25) rijden samen terug naar huis, naar Goeree Overflakkee. ,,We dronken nog wat in café Beatrix en besloten toen huiswaarts te gaan. Op de A16 was het chagrijn van de nederlaag alweer weg.”

Op de N59, vlakbij Den Bommel en bijna thuis, slaat het noodlot toe. ,,Ik kan me die twee koplampen die recht op ons afkwamen nog goed herinneren”, beschrijft Sjaak (inmiddels 57) het moment. Een frontale botsing, de auto slaat over de kop. Kevin, Leen en Leon zijn op slag dood, Sjaak overleeft ternauwernood. ,,Die stilte na de klap. De eerste hulp die kwam toegesneld, tot de ambulances; ik weet het nog.” Sjaak is er slecht aan toe en wordt gedurende vijf weken kunstmatig in slaap gehouden. ,,De woensdag voor de begrafenis werd ik wakker gemaakt, met de vraag of ik nog door wilde leven. Een dwarslaesie, het enige vooruitzicht was dat ik nog zou kunnen bewegen met m’n kin en mond.”

Kevin en Leens andere zoon Stefan waren NAC-maatjes. Stefan komt in aanraking met NAC via Arjen de Bont uit Middelharnis en zijn al snel fanatiek. ,,Ik keek nog enigszins objectief naar het voetbal, zij gingen tekeer tegen scheidsrechter en tegenstander. Verder waren m’n zoon en ik hetzelfde: gezelligheidsmensen, gangmakers op feestjes”, schetst Sjaak z’n zoon. De groep die zich tweewekelijks bovenin de B-Side verzamelt is flink. ,,Veel Goeree Overflakkee, aangevuld met een enkele Brabander. Toch zo’n twintig man.”

Zij rouwen, uiteraard. En herdenken Kevin, Leen en Leon met kaarsen en bloemen tijdens een thuiswedstrijd tegen De Graafschap. Sjaak ligt op dat moment in het Erasmus in Rotterdam en vraagt zich af waarom juist hij het overleefd heeft. ,,Wat had m’n leven nog voor zin? M’n zoon is dood, ik zou niets meer kunnen. Maar de drang om te overleven kwam dankzij m’n vrouw Wilma, m’n andere zoon Jerry en door alle mensen om me heen terug.” De levensreddende operatie vindt plaats tijdens de begrafenis. ,,Dat is hard. Je kunt geen afscheid nemen zoals het hoort, maar er was geen keus.”

Er wordt contact opgenomen met NAC en op supporterssite B-Side Rats wordt een condoleanceregister geopend. Er komen zo’n 800 man naar de begrafenis, het condoleanceregister wordt als boekwerk uitgeprint en aan Sjaak overhandigd. ,,Ongelofelijk. Ontroerend, zoveel mooie berichten uit heel het land, dat maakte diepe indruk.” Bovendien blijkt dat Sjaak wellicht toch meer zou kunnen dan voorzien.  ,,Dat bleek ook. Na twee maanden kon ik m’n teen bewegen. M’n motor wilde blijven gaan, de dokters stimuleerden dat ook.”  Inmiddels kan Sjaak iets lopen, iets fietsen, iets zwemmen, autorijden, maar is hij wel aan een rolstoel gebonden.

Het is voor hem onmogelijk de tragische gebeurtenis een plekje te geven. Het was namelijk geen ongeluk, de tegemoet rijdende automobilist deed een zelfmoordpoging. ,,Een uur eerder had hij al een auto total-loss tegen een boom gereden. Hij bleef daarbij ongedeerd. Hij stal vervolgens een andere auto en faalde dus opnieuw.” De dader werd inderdaad schuldig bevonden aan doodslag en draaide voor tien jaar de gevangenis in.

,,Dat maakt het bikkelhard. Een ongeluk: kan gebeuren, dat kun je nog enigszins leren te accepteren. Dit was echter zó onnodig.”

Sjaak verblijft acht maanden in revalidatiecentrum Rijndam te Rotterdam. Al snel geeft hij te kennen wel weer naar NAC te willen. Arjen de Bont: ,,Hij vroeg me dat te regelen. Dat ontroerde me en zingt nog vaak rond in m’n hoofd. Iedere wedstrijd kijk ik vanuit de B-Side naar de rolstoeltribune en tuur ik naar die karakteristieke blauwe jas van Sjaak”, schetst hij. Sjaak: ,,Ik wilde naar NAC blijven gaan, samen met Kevins NAC-maatje Stefan. Omdat ik het fanatisme van Kevin wil blijven herinneren en natuurlijk de groep.”

Sjaak en Stefan zitten iedere wedstrijd samen op de rolstoeltribune. ,,We rijden met z’n tweeën naar Breda. Na afloop doen we nog een drankje met de groep. Iedere wedstrijd weer kijk ik naar ons plekje op de B-Side, herinner ik me hoe het was. Dan voel ik de aanwezigheid van Kevin. Kevin zal nooit dood gaan, maar blijft voor altijd voortleven in m’n hart.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Translate »