BREDA – Geen gedoe, maar het pure voetbal, voor de liefhebbers. Op een plek zonder drempels, waar status vervalt en aanwezige prominenten aanraakbaar zijn. Aanspreekbaar ook, hier leer je de spelers kennen. Dit is Sportpark Heksenwiel, hier speelt Jong NAC.
Maurice Jansen gaat al zeker twaalf jaar aar Jong NAC. Eerst vanaf de velden bij het stadion. Later TVC, Internos en Unitas, en nu Boeimeer. ,,In Etten-Leur was het altijd druk, dat was een gouden greep van NAC. Na Breda zitten daar de meeste NAC’ers.”
Hij schreef verslagen voor Fanzine DeRat, schetste dan een geromantiseerd beeld om het vuurtje aan te wakkeren. Maar zijn eigen vlammetje doofde langzaam; Patrick Pellicaan vulde het ontstane gat. Zijn toewijding is enorm. Hij volgt haast alle elftallen met een scherp oog, gaat echt voor het voetbal. ,,Ik vind dat je een mening over een speler mag hebben als je ‘m ook echt gezien hebt. Skender Loshi zou inderdaad het eerste kunnen halen, maar zijn vuilkuil is zijn ego. Dat had hij al in de Onder 15. Nu roept iedereen dat hij een kans moet krijgen, maar ik ben bang dat dat zijn ego juist bevestigt.” Pellicaan geniet als een speler uit Jong een kans krijgt in het eerste. ,,Dat vind ik fantastisch, dat doet meer met me dan de gemiddelde speler van NAC.”
Ook deze maandagavond, tegen Jong SC Heerenveen (0-1) zijn ze van de partij. Met een mannetje of tien, supportersgroep Fr0nt76 heeft Jong NAC geadopteerd. ,,Die jongens hebben dat vlammetje wel weer aangewakkerd, hopelijk verspreidt dat zich verder”, legt Jansen uit, die vooral geniet van de entourage om zo’n wedstrijd heen. Vorige week togen Pellicaan en Jansen nog naar Leeuwarden, op een maandagavond. NAC won er met 0-7, tot verrassing van de trouwelingen. ,,Het blijft NAC, je gaat altijd uit van een nederlaag”, grijnst Jansen. De jongens vinden dat soort uitjes een prima invulling van hun vrije maandagavond. ,,Je staat altijd tussen de thuissupporters, er is geen gedoe. Je ouwehoert, want je herkent elkaars passie.” Natuurlijk, het eerste is belangrijker. Vinden ze allebei. ,,En heftiger, qua emotie. Maar dat komt door het massale. Ik voel veel minder verbondenheid met de jongens van het eerste. Met Jong wel: zij knokken ergens voor, willen ergens geraken. Zijn meer benaderbaar, dat spreekt me echt veel meer aan.”
De mooiste uitwedstrijd was tegen MVV, in 2009, met een bus vol. De verste is Veendam geweest. ,,John Karelse zag ons hier regelmatig en riep dat ie ons nooit eens in -pakweg- Veendam zag. We besloten erheen te gaan. Het is ruim drie uur rijden en we waren iets te laat. We riepen zijn naam, Karelse draaide zich om: ‘Twee minuten te laat jongens!’, riep hij droogjes en hij draaide zich weer resoluut om. Schitterend.”